Gemeente
Amersfoort Vragen 2008, nummer 50 DOCS.nr. 2733862 __________________________________________________________________________________ VRAGEN van de raadsleden Schulten en Van Wegen (BPA) inzake Verplichte kleding op burgerzaken gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (DIA, nr. 2725077; ontvangen d.d. 1 april 2008). ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 22 april 2008) __________________________________________________________________________________ Inleiding: Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het College van B&W stellen. Onderwerp: Vragen rondom verplichte kleding op Burgerzaken Sedert 25 maart 2008 draagt het personeel van Burgerzaken in de gemeente Amersfoort verplicht voorgeschreven bedrijfskleding. De Gemeente Amersfoort is daarmee volgens een gemeentelijk persbericht één van de eerste grote gemeente die daartoe overgaan. Volgens het betrokken persbericht van 20 maart 2008 draagt de bedrijfskleding bij aan een betere serviceverlening aan de burgers. De maatregel roept bij de BPA vragen op over de beoogde effecten, de relatie met eventuele voorschriften voor het doen of niet doen van religieuze of levensbeschouwelijke uitingen en de omgang met evt. ‘dienstkleding-weigeraars’ Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende vragen. Vraag 1: Is het college van bovenstaande feiten op de hoogte? Antwoord 1: Ja, het college is hiervan
op de hoogte. De invoering van bedrijfskleding is één van de acties die
opgenomen is in het actieplan publieksdienstverlening ‘Attent Amersfoort’ dat
onlangs door het college is vastgesteld. Over dit plan is ook een raadsinformatiebrief
verschenen. Kern van Attent Amersfoort is gericht op het realiseren van de
ambitie om met onze dienstverlening boven het landelijk gemiddelde te
presteren. Vraag 2: Berust het beoogde effect (betere service, betere profilering) op een ervaringsfeit bij andere gemeenten of op een verwachting van uw college? Antwoord 2: Het dragen van bedrijfskleding bij
burgerzaken is landelijk gezien een nieuwe ontwikkeling. Amersfoort is één van
de eerste grote gemeenten die bedrijfskleding invoert. Burgerzaken is in het
fysieke kanaal het visitekaartje van de gemeente waarbij professionaliteit en
uitstraling belangrijke succesfactoren zijn. We investeren derhalve in een
professionele uitstraling voor een goed imago als gemeente en zijn ervan
overtuigd dat het dragen van bedrijfskleding een positieve en krachtige
bijdrage hieraan levert. Vraag 3: Bent u voornemens dit effect te meten en zo ja, wanneer en op welke wijze bent u van plan dit te doen? Antwoord 3: Jaarlijks wordt
door het onafhankelijke bureau NIPO een landelijk onderzoek gedaan naar de
klanttevredenheid van de bezoekers aan burgerzaken bij de gemeenten die zich
hebben aangesloten bij deze benchmark. Eén van de vaste onderdelen betreft de
mate van tevredenheid over de representativiteit van de medewerkers. Ook dit
jaar vindt het onderzoek plaats. De effecten kunnen we dus meten. Vraag 4: Zou het tot de
mogelijkheden kunnen behoren dat de bedrijfskleding een formele en
afstandelijke relatie tussen dienstverlener en klant in de hand werkt en
wellicht onbedoeld juist afstand schept tussen ambtelijke serviceverlener en
klant/consument? Antwoord 4: Deze mogelijke
ongewenste en onbedoelde effecten hebben wij ons van tevoren terdege
gerealiseerd. Daarom hebben wij gekozen voor een uniforme en verzorgde
uitstraling in plaats van een ‘afstandelijk uniform’. Vraag 5: Waarom beperkt uw
college de bedrijfskledingvoorschriften tot uitsluitend het baliepersoneel van
Burgerzaken? Antwoord 5: Zoals in het
actieplan attent Amersfoort is verwoord, is een start gemaakt met de
medewerkers van burgerzaken. Dit zijn alle medewerkers die in het zicht van de
klant werken en derhalve niet alleen de medewerkers die uitsluitend ‘aan de
balie’ werken. Binnen de gemeente dragen overigens ook medewerkers van andere organisatieonderdelen
bedrijfskleding zoals bijvoorbeeld de bodes. Ook voor hen gelden
kledingvoorschriften die zijn vastgelegd in een regeling. Vraag 6: Heeft u nog ander
baliepersoneel op het oog zoals het baliepersoneel van sociale zaken, het loket
bouwzaken en de mensen van ons stadsinformatiecentrum in de Observant? Antwoord 6: Vooralsnog is
hiervan geen sprake. Vraag 7: Berust uw besluit
op een reeds eerder vastgesteld 'kleding voorschrift' voor de totale
ambtelijke organisatie en zijn hier wellicht ook richtlijnen in opgenomen
voor het doen of niet doen van religieuze of levensbeschouwelijke uitingen
middels kledingsstukken of lichaamsversierselen? Zo niet, bent u dan van plan
een dergelijk voorschrift vast te stellen? De bevoegdheid tot
het invoeren van bedrijfskleding en het stellen van nadere regels is gebaseerd
op de bepalingen in de ARGA (de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente
Amersfoort), specifiek in artikel 15.1.16.
Het aanwijzen van functies en het stellen van regels is voorbehouden aan
het college. Als uitvloeisel hiervan is de ‘regeling bedrijfskleding
burgerzaken’ vastgesteld. Hierin zijn specifieke uitvoeringregels opgenomen,
die in samenwerking met de betreffende medewerkers zijn opgesteld. Richtlijnen
inzake het doen of niet doen van religieuze of levensbeschouwelijke
uitingen middels kledingstukken of lichaamsversierselen zijn hierin niet
opgenomen. Een dergelijke situatie is in Amersfoort thans niet aan de orde als
gevolg waarvan de noodzaak ontbreekt om een dergelijk voorschrift vast te
stellen. Vraag 8: Hoe gaat u om met personeel dat de kleding weigert te dragen? De medewerkers van burgerzaken die in het zicht van klanten en bezoekers werken zijn sinds 25 maart jl. verplicht om bedrijfskleding te dragen. Bij de toepassing van deze verplichting heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden tussen het dienstbelang en het persoonlijk belang. Deze afweging heeft reeds plaatsgevonden bij de totstandkoming van het Organisatie & Ontwikkelplan Burgerzaken, de regeling bedrijfskleding Burgerzaken en de positieve advisering hierover door de Onderdeelcommissie DIA. Het dragen van bedrijfskleding betreft circa 55 medewerkers van burgerzaken. De kleding is op maat gemaakt waarbij de medewerker naar eigen wens, binnen de gestelde kaders, een kledingpakket kon samenstellen. Zonodig is de kleding op verzoek en in overleg met de medewerker naar tevredenheid afgestemd. Bij werving van nieuw personeel wordt in de vacaturetekst vermeld dat het dragen van bedrijfskleding verplicht is. De potentiële medewerker weet dus vooraf waar hij of zij aan toe is. | ||