Vragen

2003, nummer 37

 

 Reg.nr. 1046865

VRAGEN door leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig artikel 37 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door Burgemeester en Wethouders gegeven antwoorden. (SOB, nr 1037026 ;ontvangen 6 maart 2003)

Vragen van het raadslid ing. J.J.W. van Wegen (BPA) inzake het markeren van parkeervakken in de binnenstad.

 

Inleiding:

Bij diverse Burgers in de Muurhuizen en Kortegracht is grote onrust ontstaan over het verdwijnen van nog meer parkeerplaatsen voor vergunninghouders. Op een gedeelte Muurhuizen waar de Bewoners s’ avonds eerst met veel passen en meten vaak twee, soms zelfs drie (kleine Renault, Smart enz) auto’s konden parkeren zijn nu wit omrande parkeervakken verschenen.

Deze wit omrande parkeervakken zijn slechts op een paar plaatsen gesitueerd, ook zijn ze beduidend kleiner dat de beschikbare openbare ruimte ter plaatse, en concreet komt het er op neer dat de parkeercapaciteit in dit gedeelte van de Binnenstad met 45 % terugloopt.

Nu kwamen de Burgers in de Binnenstad al structureel 50 parkeerplaatsen tekort ten opzichte van het aantal vergunninghouders.

Volgens de BPA is de gemeente Amersfoort de beheerder van de openbare ruimte en is derhalve gehouden om tot een oplossing van dit parkeerprobleem te komen, en niet het parkeerprobleem te vergroten.

Vragen van de BPA:

  1. Kan het College uitleggen waarom u met het creëren van deze wit omrande parkeervakken het parkeerprobleem in bedoeld gedeelte van de binnenstad bewust verder vergroot?
  2. Hoe denkt het College de vergrote parkeerproblematiek voor bedoelde Burgers te gaan oplossen, zij moeten tenslotte hun auto ergens kwijt?
  3. Is het College bereidt met een Bewoners delegatie de situatie ter plaatse nog een kritisch te bekijken om zo doende nog tot een verbetering van de parkeersituatie te komen?

 

 

 

 

ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders (verzonden d.d. 2 april 2003)

 

 

 

  1. Het college is van mening dat de stelling met betrekking tot het vergroten van het parkeerprobleem niet juist is. In de oude situatie kenden de parkeervakken ook al een markering, namelijk uitgevoerd in grijze keitjes met een"B" erin geslepen. Deze parkeerplaatsen worden nu van een duidelijker markering voorzien aangezien de oude markering niet voldeed. Gebleken is dat de keitjes onvoldoende zichtbaar waren voor de doelgroep en dat de politie regelmatig op grond van deze onduidelijke markering niet kon handhaven. De onderhavige werkzaamheden zijn gericht op veilig parkeren, voorkomen van onduidelijke situaties ten gevolge van fout geparkeerde auto’s, het waarborgen van de doorgang van hulp en nooddiensten en het creëren van een overzichtelijk verkeersgebied.
  2. Er is naar de mening van het college geen sprake van "vergrote parkeerproblematiek" in de nieuwe situatie wordt zelfs een uitbreiding van een aantal parkeerplaatsen gerealiseerd door enkele locaties waar naar gewoonte illegaal werd geparkeerd, maar die wel voldoen aan de gestelde eisen m.b.t verkeersveiligheid, nu als reguliere parkeerplaats in te richten.
  3. Het inrichten van en de verantwoordelijkheid voor de openbare weg is wettelijk geregeld en een taak van de wegbeheerder. Deze kan zich voor nadere advisering wenden tot ter zake deskundige instanties, zoals de politie en de afdeling verkeer. Betreffende het doen van aanpassingen aan de parkeervakken heeft vooraf uitgebreid overleg plaatsgevonden met diverse disciplines, ook brieven en opmerkingen van onze binnenstadbewoners zijn hierin betrokken. Het college waardeert zeer dat het initiatief wordt genomen om te komen tot een een ontmoeting met een delegatie van bewoners. De wethouder verkeer is bereid in gesprek met een bewonersdelegatie te gaan en wacht de uitnodiging af. Het college vindt een discussie op straat op basis van zeer uiteenlopende opvattingen over parkeren niet de juiste plek.