Burger Partij Amersfoort (BPA)

Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

College van B&W der Gemeente Amersfoort                                

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper                     Amersfoort,  5 december 2004.

                                                                                                             

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, willen de BPA en Amersfoort.cc graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

 

Uit de pers, die doorgaans meent uit betrouwbare bron te moeten citeren, mochten wij vernemen dat de - door de raad ter beschikking gestelde - gelden niet al met onmiddellijke ingang beschikbaar zullen zijn om de knelpunten in het Openbaar Vervoer ( OV ) te bestrijden.

Een dergelijk bericht leidt tot onwaarschijnlijke onvrede onder de gebruikers van OV , die immers (nog) steeds in het ongewisse zijn over de gevolgen van de bezuinigingen. Net als wij er van uitgaan dat pas op 12 december de volle omvang van de bezuinigingen tot de gebruikers van het OV zullen doordringen. Bijv. het dorp Hooglanderveen praktisch onbereikbaar.

 

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

 

1.       Welk standpunt heeft het college inmiddels ingenomen over de motie die de raad heeft aangenomen om 1.2 mln extra ter beschikking te stellen in de komende 4 jaar?

2.       Heeft de wethouder OV inmiddels het initiatief genomen om te overleggen met Connexxion en de andere, nieuwe concessiehouders over een betere dienstverlening aan de inwoners van Amersfoort binnen de gegeven financiële grenzen? Zo ja, met wel resultaat? Zo nee, waarom niet?

3.       Is het college zich ervan bewust dat de voorlichting naar de gebruikers van het OV m.b.t. de gevolgen van de bezuinigingen ernstig tekort schiet?

4.       Is het college het met ons eens dat inwoners de gelegenheid moeten krijgen alternatieven te zoeken en daarvoor enige tijd moeten krijgen?

5.       Dat dat feit vraagt om een weloverwogen overgangsperiode, waarin naast overleg met de betrokken aanbieders van het OV over de aanpassingen, aan gebruikers kan worden duidelijk gemaakt welke dienstregeling uiteindelijk gaat gelden?

 

Wij blijven overigens van mening dat Openbaar Vervoer ( OV ) een basisvoorziening is, net als onderwijs, gezondheidszorg, bijstand etc. Daarbij dient alle zorgvuldigheid te worden betracht om minimale normen niet te verwaarlozen.

Dat dat nu het geval dreigt te worden baart ons grote zorgen, zeker nu uw college meent daar zonder enige inspanning aan voorbij te moeten gaan.

 

Gezien de urgentie van deze zaak verwachten wij per ommegaande een duidelijk antwoord en daarmee een bevredigende oplossing voor de bewoners van Amersfoort.

 

namens de BPA en Amersfoort.cc

 

Gerard van Vliet

 

Hans van Wegen.

_______________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 8 februari 2005).

________________________________________________________________________

 

 

  1. Het standpunt van het college is verwoord in onze brief CST/HABM/1600016 d.d. 8 december.

  2. We zijn voortdurend in overleg met Connexxion in het kader van het concessiebeheer. Ook bilateraal is er contact. In een gesprek met de directeur van  Connexxion op 10 januari is op de uitvoering van de stadsdienst sinds 12 december teruggeblikt. De eerste ervaringen zijn dat het gebruik van de stadsdienst ondanks de vermindering van de frequenties niet noemenswaardig is veranderd. Daardoor vervalt o.i. de noodzaak tot ingrepen op korte termijn. We zullen vervolgens de periode van de eerste drie maanden in ogenschouw nemen, zoals eerder vanuit de commissie voorgesteld.

  3. Nee, de gebruikers zijn vanaf het moment dat met Connexxion de eerste gesprekken over bezuinigen gaande waren, door Connexxion in de bus geïnformeerd. De voorlichting aan de reizigers is nadrukkelijk ook een verantwoordelijkheid van de vervoerder zelf. De niet gebruikers van het openbaar vervoer waren aangewezen op berichtgeving in de pers en dan met name de Amersfoortse Courant.

  4. Dat klinkt redelijk, maar helaas is de praktijk weerbarstiger. Enerzijds wordt de tijd beperkt door de doorlooptijd van onderhandelingen en bestuurlijke besluitvormingsprocessen. Anderzijds is het vaak niet een kwestie van tijd om alternatieven te onderzoeken maar van de vraag of er überhaupt alternatieven voor handen zijn en of men die alternatieven wil accepteren.

  5. Zoals eerder vermeld zijn de effecten van de bezuinigingen naar onze mening minder omvangrijk dan verondersteld.

 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen