Burger Partij Amersfoort ( BPA )

Burger Partij Amersfoort ( BPA )

College van B&W der Gemeente Amersfoort                          

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper           Amersfoort, 14 januari 2005.

                                                                                                           

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

Op 11 januari 2005 maakt de AC uitgebreid melding van vermoedelijke fraude door een toenmalige directeur van het CSG Eemkwartier ( een PPS constructie waar de gemeente Amersfoort in participeert )

Volgens de pers had/heeft de bedoelde directeur ( die via het bureau MMC uit Bussum als directeur namens de gemeente Amersfoort optrad in het CSG Eemkwartier ) vermoedelijk ook privé deelnemingen - c.q. was betrokken bij – diverse stichtingen, andere bedrijven en regelde hij daarvoor diverse opdrachten en subsidiestromen zijn kant op. Twijnstra Gudde heeft hierover inmiddels rapport uitgebracht aan de Tweede Kamer.

 

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

1.       Was het college op de hoogte van alle nevenfuncties van bedoelde directeur ? En zo ja, sinds wanneer en zo nee, waarom niet ?

2.       Wil het college ons een uitgebreid overzicht verstrekken van die bekende nevenfuncties van bedoelde directeur ? Incl. KvK gegevens ?

3.       Is het college op de hoogte van alle nevenfuncties van alle andere directeuren, adviseurs en projectmanagers die voor of namens de gemeente thans werkzaam zijn in de diverse PPS constructies en / of  thans ingehuurd worden als – voor korte of langere tijd - als adviseur van de gemeente Amersfoort ?

4.       Zo ja, wilt u ons daar van dan een uitgebreid overzicht sturen ?

5.       Zo nee, waarom bent en wilt u daar dan niet van op de hoogte zijn ?

6.       Welke Code of Conduct / Gedragsregels heeft de gemeente Amersfoort opgesteld voor die personen die door de gemeente Amersfoort worden ingehuurd voor dit soort zeer belangrijke sleutelposities als directeur, adviseur of projectmanager ?

7.       Als u deze bedoelde Gedragsregels nog niet heeft, is het college dan bereid deze op korte termijn in te voeren en deze aan de gemeenteraad voor te leggen ?

 

De BPA wenst de komende jaren niet geconfronteerd te worden met financiële zaken die wij in Amersfoort met elkaar straks gaan betreuren. In de huidige PPS constructies is het zeer wel mogelijk, gezien de enorme financiële belangen, dat ook daar diverse directeuren nevenactiviteiten uitvoeren die in strijd zouden kunnen zijn met het huidige begrip rechtmatigheid van de controlerende accountants. Onregelmatigheden, onverantwoorde bestedingen, subsidiestromen, ongeoorloofde BTW-constructies en opdrachten naar  “eigen “ advies bedrijfjes enz. ( vestzak-broekzak ) dienen bij voorbaat vermeden te worden. De BPA vindt dat de gemeente Amersfoort hiervoor heldere gedragsregels, en controle mechanismen, moet hebben.

 

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

 

namens de BPA,  Hans van Wegen, fractievoorzitter.

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d 15 februari 2005).

__________________________________________________________________________________

 

 

1 en 2:

Het was het college bekend dat de voormalig directeur CSG Eemkwartier ook  oprichter en eigenaar van MMC was.

 

3.

In het kader van ons integriteitbeleid hebben we onlangs een nieuwe inventarisatie gehouden naar de nevenfuncties van mensen die bij de gemeente in dienst zijn. Op grond van de ARGA (Arbeidsvoorwaarden Regeling Gemeente Amersfoort)  moeten medewerkers zelf beoordelen of nevenactiviteiten het dienstbelang raken en dus onder de meldingsplicht vallen.

Met andere woorden: wij hebben daardoor geen overzicht van alle nevenfuncties, maar wel inzicht in die nevenfuncties die onder de meldingsplicht vallen en gevoelig kunnen zijn voor belangenverstrengeling.

 

Ook bij directieleden die namens de gemeente deel uitmaken van een PPS-organisatie, wordt bij de aanstelling gevraagd of er nevenfuncties zijn waarbij van (ongewenste) belangenverstrengeling sprake kan zijn., of die de schijn daarvan kunnen oproepen. Zonodig worden daar afspraken over gemaakt. Binnen de PPS-en wordt toegezien op het naleven van die afspraken.

 

De andere functionarissen, zoals adviseurs en projectmanagers, zijn in dienst van de PPS en vallen dan ook niet onder de meldingsplicht op grond van artikel 15.1.6 van het ARGA.

 

Voor mensen die voor langere of kortere tijd door de gemeente als adviseur worden ingehuurd geldt meestal dat zij ňf een eigen bedrijfje hebben ňf dat zij in dienst zijn van een adviesbureau. Ook zij vallen niet onder de meldingsplicht van artikel 15.1.6 van het ARGA.

(Werkgevers van) externe projectmanagers hebben vaak een eigen integriteit- en gedragscode, die ervan uit gaat dat strijdigheid van belangen wordt voorkomen. Waar die er wel lijken te zijn, worden ze ter sprake gebracht.

 

4 en 5:

Zie de beantwoording van vraag 3.

Omdat wij geen werkgevers-werknemers relatie hebben met deze functionarissen (in dienst van PPS-organisaties), beschikken wij niet over deze informatie.

 

6.

Er zijn geen speciale gedragsregels, noch is er een speciale code voor personen die door de gemeente Amersfoort worden ingehuurd voor dergelijke posities. De (gedrags)regels die wij hebben voor  nevenfuncties (ARGA en gemeentelijk integriteitbeleid) zijn alleen van toepassing voor medewerkers in dienst van de gemeente Amersfoort en voor personeel dat op tijdelijke basis bij ons in dienst is.

 

7.

In plaats van algemene gedragsregels te formuleren toetsen wij, bij het inhuren van personeel op dergelijke sleutelfuncties, voorafgaand op nevenfuncties/andere opdrachtgevers  met het oog op mogelijke belangenverstrengeling of de schijn daarvan. Indien van toepassing kunnen wij contractueel vastleggen welke specifieke gedragsregels van zijn toepassing bij de aanwezigheid van ‘gevoelige’ nevenfuncties.

 


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen