BPA
College
van B&W der Gemeente Amersfoort T.a.v.
de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper, Amersfoort, 7 maart 2005. Geachte
mevrouw van Vliet-Kuiper, Op grond
van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort,
wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen. Inleiding: M.b.t.
de ontwikkeling van Vathorst is in het verleden gekozen voor de vorm van
privaatpublieke samenwerking. De gemeente Amersfoort is voor 50% mede-eigenaar
(samen met een aantal project ontwikkelaars) van het Ontwikkelingsbedrijf
Vathorst BV dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van Amersfoorts
nieuwste wijk. Dat
alles in de toenmalige gepaste juichstemming, omdat door deze opzet flinke
inkomsten voor de rest van Amersfoort werden verwacht. Behalve voor de algemene
voorzieningen in Vathorst zelf ( 50 meter zwembad enz. ) moest er voldoende
overblijven om in de rest van Amersfoort een aantal aansprekende verbeteringen
te realiseren. Financieel
gezien stond, en staat, er nogal wat op het spel in de meer dan tien jaar die
de OBV nodig zou hebben voor de realisatie van ‘de wereld van verschil’. Een
inzet die nog is verhoogd doordat alle wijze lessen bij de realisatie van de
voorgaande wijken ter harte zouden worden genomen. De
BPA heeft, in tegenstelling tot de oorspronkelijke verwachtingen, de
stellige indruk dat het financiële
water het OBV inmiddels aan, en zelfs boven, de lippen staat. De indicaties
daarvoor zijn velen. Bovendien blijken de wijze lessen, recentelijk nog eens
bevestigd, lessen te blijven.
Het
heeft ons nogal verontrust kennis te moeten nemen van een alarmerend dreigend
tekort bij de verdere ontwikkeling van Vathorst. Wij hebben de indruk dat er te
laconiek van wordt uitgegaan dat de voorliggende verliesbecijferingen wel
worden ingelopen in de resterende ontwikkelingsjaren. Duidelijk is dat dat
alleen kan door verhoogde grondprijzen en/of meer grondverkopen. Hetgeen ten
koste zal gaan van geplande algemene voorzieningen. Voor de BPA en de
(toekomstige) bewoners van Vathorst onacceptabel. Wij
zijn dan ook benieuwd naar de spoedige antwoorden op onze vragen, In
afwachting daarvan, namens de BPA fractie, Kees
Kraanen Gerard
van Vliet Hans
van Wegen _______________________________________________________________________ VRAGEN door leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig artikel 37 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door burgemeester en wethouders gegeven antwoorden. (SOB , nr. 1683078; ontvangen d.d. 09.03.2005). _______________________________________________________________________ Vragen van het raadslid Kraanen, van Vliet en van Wegen (BPA fractie) inzake de financiele ontwikkelingen rond Vathorst. Inleiding: M.b.t. de ontwikkeling van Vathorst is in het verleden gekozen voor de vorm van privaatpublieke samenwerking. De gemeente Amersfoort is voor 50% mede-eigenaar (samen met een aantal project ontwikkelaars) van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van Amersfoorts nieuwste wijk. Dat alles in de toenmalige gepaste juichstemming, omdat door deze opzet flinke inkomsten voor de rest van Amersfoort werden verwacht. Behalve voor de algemene voorzieningen in Vathorst zelf ( 50 meter zwembad enz. ) moest er voldoende overblijven om in de rest van Amersfoort een aantal aansprekende verbeteringen te realiseren. Financieel gezien stond, en staat, er nogal wat op het spel in de meer dan tien jaar die de OBV nodig zou hebben voor de realisatie van ‘de wereld van verschil’. Een inzet die nog is verhoogd doordat alle wijze lessen bij de realisatie van de voorgaande wijken ter harte zouden worden genomen. De BPA heeft, in tegenstelling tot de oorspronkelijke verwachtingen, de stellige indruk dat het financiële water het OBV inmiddels aan, en zelfs boven, de lippen staat. De indicaties daarvoor zijn velen. Bovendien blijken de wijze lessen, recentelijk nog eens bevestigd, lessen te blijven.
Het heeft ons nogal verontrust kennis te moeten nemen van een alarmerend dreigend tekort bij de verdere ontwikkeling van Vathorst. Wij hebben de indruk dat er te laconiek van wordt uitgegaan dat de voorliggende verliesbecijferingen wel worden ingelopen in de resterende ontwikkelingsjaren. Duidelijk is dat dat alleen kan door verhoogde grondprijzen en/of meer grondverkopen. Hetgeen ten koste zal gaan van geplande algemene voorzieningen. Voor de BPA en de (toekomstige) bewoners van Vathorst onacceptabel. Wij zijn dan ook benieuwd naar de spoedige antwoorden op onze vragen, In afwachting daarvan, namens de BPA fractie, Kees Kraanen Gerard van Vliet Hans van Wegen ----------------------------------------------------------------------------------- Gemeente Amersfoort ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 22 maart 2005). _______________________________________________________________________ Alvorens antwoord te geven op de afzonderlijke vragen van de BPA hebben wij er behoefte aan in meer algemene zin op het gestelde te reageren. De indruk die bij de vragenstellers leeft dat de publiek – private samenwerking in de vorm van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) vooral tot flinke extra inkomsten voor de gemeente zou moeten leiden is geheel bezijden de werkelijkheid. Er is primair gekozen voor een dergelijke vorm van samenwerken om de financiële risico’s voor de langdurige ontwikkeling te spreiden, maar ook om de kennis en kunde van ontwikkelende bedrijven en de Amersfoortse corporaties volop in te kunnen zetten bij de ontwikkeling van Vathorst. De BPA heeft “de stellige indruk dat het financiële water het OBV inmiddels aan, en zelfs boven, de lippen staat”. Zij zou daarvoor vele indicaties hebben. In ons dagelijks verkeer met het OBV, o.a. als het gaat over de jaarlijkse actualisering van de grondexploitatie (die nu gaande is), vinden wij geen enkele aanleiding voor een dergelijke stellingname. Omdat de gevolgen, indien de BPA het bij het rechte eind zou hebben, ernstig zijn en wij de raad (vanuit onze aandeelhouderspositie) dan voorstellen tot handelen zouden moeten doen achten wij het noodzakelijk een goed en volledig zicht te krijgen op de herkomst en kwaliteit van de indrukken en indicaties van de BPA. Naar de mening van het college is het BPA verplicht de suggesties te onderbouwen. Over de items, genoemd onder de bewering dat “wijze lessen …lessen (..) blijven”, het volgende: · De bestemmingsplanwijzigingen in het gebied De Laak zijn het gevolg van het al in juni 2000 - in het verlengde van een unaniem advies van de toenmalige raadscommissie - vastgestelde stedenbouwkundige plan voor dit gebied. Daarbij is onder meer ook expliciet door de commissie ingestemd met de bouwhoogte van de torens, zoals die nu gerealiseerd worden. · De bestemmingsplannen worden er niet snel doorgedrukt, maar volgen de normale, door de wetgever geëiste en door de raad vastgestelde, procedure. · De parkeernorm is niet teruggebracht. In het bestemmingsplan is reeds sprake van een norm van 1,3 met een reserve van nog eens 0,3. Dit maakt het mogelijk feitelijk 1,6 pp per woning aan te leggen. · In de discussie rond het bestemmingsplan Hooglanderveen hebben wij (alsmede de directie van het OBV) steeds aangegeven dat de Groene Zoom van 40 ha volledig volgens plan zal worden gerealiseerd, inhoudende 30 ha. Groen (incl. bijbehorende voorzieningen) en maximaal 10 ha woonbebouwing. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Hooglanderveen zal blijken dat wij ons daar volledig aan houden. · De verkoop van bedrijfsterreinen heeft inderdaad achter gelopen, maar ligt nu weer op het normale Amersfoortse niveau. Dan nu de vragen: 1. De beschreven ontwikkelingen zijn onjuist (zie boven). 2. Dit is niet aan de orde. 3. Voor de parkeernorm is in het bestemmingsplan het destijds maximaal door rijk en provincie geaccepteerde (nl. 1,3 + 0,3 reserve) gehanteerd. Het voornemen is bij de nog in procedure te brengen plannen de nieuwe normen uit de recentelijk door uw raad vastgestelde bouwverordening zoveel als mogelijk en ruimtelijk verantwoord te gaan hanteren. Overigens zijn er belangrijke andere punten waarbij lering is getrokken uit de eerdere ontwikkelingen, zoals het tijdstip waarop voorzieningen als scholen beschikbaar zijn. 4. Dit is niet aan de orde, sterker nog: het OBV is eerder bezig meer groen te realiseren dan in de oorspronkelijke plannen zat (bv. het park van de tijden en een park in de Laak 1B). 5. Over het periodiek informeren van de raad zijn bij de begrotingsbehandeling 2005 nieuwe afspraken gemaakt. Op 26 april en 29 augustus zal dit, conform de nieuwe afspraak, geschieden. Overigens was er, gezien het feit dat het OBV op een zorgvuldige wijze bezig is de Grondexploitatie- en realiseringsovereenkomst goed en volledig uit te voeren geen aanleiding voor tussentijdse acties richting raad. 6. Ja. 7. Bij de ontwikkelingen rond Hooglanderveen wordt de Belangenvereniging Hooglanderveen door het OBV (waar nodig en zinvol samen met de gemeente) rechtstreeks bij de planontwikkeling betrokken. Voorts is er regelmatig bestuurlijk overleg met hen. Bewoners en Bewonersvereniging Vathorst worden goed en tijdig (veelal via de wijkmanager) geďnformeerd over voor hen relevante ontwikkelingen. Daarnaast zijn er de gebruikelijke inspraakmogelijkheden die gelden voor de afzonderlijke (m.n.) juridisch – planologische procedures. 8. Het bestemmingsplan Vathorst is reeds op 26 januari 1999 door de raad vastgesteld en op 8 juni 2001 onherroepelijk geworden. Er is geen aanleiding om tot een algehele herziening van dit plan over te gaan. [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen | ||