brief basis

BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper, Amersfoort, 21 maart 2005.

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

Inleiding:

Niet alleen de al dan niet gekozen burgemeester houdt de inwoners van deze stad erg bezig, maar zeer zeker ook de wederom fors verhoogde Onroerend Zaak Belasting ( OZB ) 2005 in combinatie met de sterk verhoogde WOZ beschikkingen.

De afgelopen weken heeft de BPA op verzoek van vele inwoners van deze stad een groot aantal nieuwe WOZ beschikkingen 2005 van vergeleken met de vorige WOZ beschikkingen van 2004. Het betreft hier meer dan 60 nieuwe WOZ beschikkingen van 2005 ten opzichte van de oude WOZ beschikkingen van 2004.

Verhogingen van 32 tot 43 % van de WOZ beschikkingen zijn ‘normaal’ en dat terwijl de reële verkoopwaarden van een aantal woningtypen in de regio Eemland en in Amersfoort de afgelopen jaren niet of nauwelijks zijn gestegen.

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

Is het college op de hoogte van de ontevredenheid die er onder de inwoners heerst m.b.t. de fors verhoogde OZB tarieven ?
Wat is volgens het college de gemiddelde procentuele verhoging van de WOZ waarde per wijk in Amersfoort en voor de gehele stad ?
Waar is deze forse verhoging van de WOZ waarde van, volgens onze constatering, 32 tot 43 % t.o.v. het voorgaande belastingjaar 2004 op gebaseerd ?
Is sprake geweest van een aangepaste waarderingssystematiek of de inschakeling van een ander bureau dat de waarderingen heeft uitgevoerd?
Hoe verhouden zich de verhogingen c.q. waardestijgingen ten opzichte van de andere Utrechtse gemeenten en de lijst van 25 grote steden?
Hoeveel bezwaren heeft de gemeente Amersfoort tot op heden ontvangen naar aanleiding van de verzonder aanslagen?
Hoe is de indruk kunnen ontstaan dat Amersfoort zijn OZB belasting heeft gematigd, terwijl sprake is van zowel een (extra) inhaalslag cq verhoging in de hoogte van het percentage als een (forse) verhoging van de waardebepalingen?
Hoeveel meer zal naar verwachting de OZB opbrengst zijn ten opzichte van de meerjarenbegroting zoals deze in 2004 is vastgesteld?
Gaat het college er, in de gegeven omstandigheden, van uit dat een verlaging van de OZB kan plaatsvinden?
Op welke wijze gaat het college communiceren naar de burgers om helderheid te verschaffen over de beweegredenen tot de verhogingen en de mogelijkheden van individuele burgers om daar bezwaar tegen te maken?

De financiële situatie van de gemeente Amersfoort ontwikkelt zich aanmerkelijk gunstiger dan vorig jaar is gepresenteerd, en waarop de extra verhogingen van de OZB tarieven zijn gebaseerd.

Reden waarom inwoners, in onze ogen terecht, vragen stellen bij de opgelegde aanslagen.

Inzicht in de beweegredenen ontbreekt grotendeels, hetgeen de ontevredenheid over het optreden van ‘hun’ lokale overheid alleen maar doet toenemen.

De zoveelste druppel in de emmer die de afstand gemeente(-politiek) en burger symboliseert. Er is de BPA veel aan gelegen de emmer niet verder te laten vollopen. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar uw antwoorden in deze.

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

namens de BPA fractie,

Kees Kraanen

Gerard van Vliet

Hans van Wegen

________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Alvorens tot beantwoording van de gestelde vragen over te gaan, willen wij enkele opmerkingen maken over de vraagstelling en de daaraan voorafgaande inleiding.

Allereerst moeten wij constateren dat de vragen zijn gebaseerd op een volledig onjuist uitgangspunt. Gesproken wordt over fors verhoogde OZB-tarieven, waar in werkelijkheid de tarieven sterk zijn verlaagd. Van een “(extra) inhaalslag cq verhoging in de hoogte van het percentage” is dan ook in het geheel geen sprake. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat na alle publiciteit daarover in (onder meer) de begroting, de betreffende raadsvoorstellen, de Stadsberichten en de bijsluiter bij de OZB-aanslag dit kennelijk aan sommige gemeenteraadsleden voorbij is gegaan.

Verder bevatten de vragen een aantal suggesties die niet door feiten worden gestaafd. Wij noemen hier de “ontevredenheid mbt de fors verhoogde OZB-tarieven” die zou leven onder de inwoners (vraag 1), de vermeende grote discrepantie tussen de WOZ-beschikkingen en de marktontwikkelingen (slot inleiding) en de gedachte dat de gemeente geld zou verdienen aan de waarde-ontwikkelingen (vraag 8). Onderbouwing voor de gedane suggesties, die in strijd met de werkelijkheid zijn, wordt niet gegeven, pogingen om het gestelde vooraf even bij ons te verifiëren zijn niet gedaan. Wij achten dit onzorgvuldig, zeker vanuit de verantwoordelijkheid die raadsleden hebben voor de belangen van de gemeente en van de Amersfoortse burgers. De tendentieuze vraagstelling is schadelijk voor het imago van de gemeente en dient de belangen van de burgers ook op geen enkele wijze.

Wij dringen er bij de vragenstellers dan ook op aan in het vervolg de zorgvuldigheid in acht te nemen die in het maatschappelijk verkeer vereist is.

2. De gemiddelde stijging van de waarde van woningen is in Amersfoort 45% ten opzichte van de vorige peildatum, 1 januari 1999. Bij niet-woningen is dat afgerond 12%. Voor een overzicht van de gemiddelde stijging per wijk en per type woning verwijzen wij naar de stadsberichten van 16 februari j.l.

3. Op de feitelijke ontwikkeling van de waarde in het economisch verkeer tussen 1/1/99 en 1/1/03.

De herwaarderingen zijn, met uitzondering van de niet-courante niet-woningen (taxatiebureau Oranjewoud), door de gemeente zelf uitgevoerd.

5. De landelijke waardestijging ligt rond de 50% voor woningen en 20% voor niet-woningen. Voor Utrechtse gemeenten en de ‘lijst van grote gemeenten’ is dat niet anders.

7. Aangezien de achterliggende veronderstelling (extra inhaalslag in de OZB-tarieven) onjuist is, laten wij deze vraag onbeantwoord.

10. Na alle uitvoerige communicatie over dit onderwerp zien wij geen aanleiding tot verdere acties terzake.