BPA

BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort                                

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                                               Amersfoort, 8 april 2005.

                                                                                                             

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

 

Recent is het werk m.b.t. de sanering van de beide stortplaatsen aan de Duisterweg stilgelegd. Alhoewel even, door een woordvoerder van de firma Smink, een smoes werd gebruikt als verklaring daarvoor is snel duidelijk geworden dat het fiscale problemen zijn die de stillegging veroorzaken.

Dit komt ons zeer merkwaardig voor, dat er afspraken die zijn gemaakt in 1997 m.b.t. de sanering, die  in 2005 tot problemen leiden.

Dat terwijl die afspraken nadrukkelijk uitgaan van een expliciete verantwoordelijkheid voor de gemeente Amersfoort voor alle relevante heffingen. Altijd leidend tot een vergoeding aan Smink voor al die heffingen.

 

Immers in de saneringsovereenkomst van eind 1998 tussen de gemeente Amersfoort en Smink Beheer bv is in artikel 1.3 overeengekomen dat de gemeente Amersfoort alle op te leggen heffingen en andere financiële bijdragen over het afval uit de voormalige afvalbergingen Duisterweg6/7 en Duisterberg West aan Smink vergoedt.

Dat toen al bekend was dat sprake was van een zeer onduidelijke situatie moge blijken uit de brief van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ondertekend door de staatssecretaris D.H.J. Tommel van 2 april 1998 m.b.t. ‘de voortgang saneringsaanpak omvangrijk geval van bodemverontreiniging Duisterweg 6 en 7 in de gemeente Amersfoort’, code: UT/015/007&122&228 ( DBO/98014438 ).

Hierin geeft de staatssecretaris ondermeer aan dat de heffing belasting op milieugrondslag een niet voorzien kostenbeslag van 10 mln gulden zou kunnen betekenen (afhankelijk van de saneringsvariant). De brief stelt dat hij e.e.a. met zijn collega van Financiën zal bespreken en u de uitkomst zal berichten.

 


Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

 

  1. Kan het college aangeven of de weergave van bovenstaande feiten correct is?
  2. Kan het college bevestigen dat het inderdaad zo is dat de gemeente Amersfoort bij overeenkomst gehouden is Smink alle opgelegde heffingen en andere financiële bijdrage 100 % te vergoeden?
  3. Met welk bedrag werd bij het afsluiten van de overeenkomst (1998) rekening gehouden?
  4. Welk bedrag hebt u daar anno 2005 voor gereserveerd?
  5. Waarom is de sanering, die toentertijd door wethouder Tom de Man (PvdA) werd gepresenteerd als absoluut noodzakelijk en bijzonder dringend uit te voeren, pas in 2005 in uitvoering genomen?
  6. Is de constatering juist dat eerdere sanering zou hebben geleid tot een minder hoog (door Amersfoort te vergoeden) bedrag voor heffingen en andere financiële bijdragen correct?
  7. Wat is de resultante geweest van de inspanningen van de staatssecretaris de heer Tommel naar aanleiding van de brief van 2 april 1998?
  8. Op welke wijze heeft de gemeente Amersfoort zeker gesteld dat de onzekerheid over de saneringsvariant niet tot financiële risico’s zou leiden?
  9. Kunt u aangeven waarom het genoemde risico geen onderdeel heeft gevormd van de risico-analyse die recent door de accountant is uitgevoerd?
  10. Welk risico loopt de gemeente Amersfoort in financiële zin in deze?
  11. Bent u nog steeds van mening dat een speciale raadscommissie voor Vathorst een overbodige luxe is? Een suggestie de afgelopen 4 maanden meerdere keren door de BPA gedaan.

 

Wij hopen met velen inwoners van Amersfoort dat de stillegging door Smink van het opruimen van de twee oude baggerstorten een incident is en berust op misverstanden.

 

Wij zijn dan ook benieuwd naar de spoedige antwoorden op onze vragen,

 

In afwachting daarvan, namens de BPA fractie, Kees Kraanen, Gerard van Vliet, Hans van Wegen.