BPA

BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort                                

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                    Amersfoort, 16 februari 2006.

                                                                                                             

 

 

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

 

De gemeente Amersfoort is aansprakelijk gesteld voor het overlijden van een leerkracht met longvlies kanker. De familie wijt het overlijden aan het feit dat de leerkracht werkzaam is geweest in een schoolgebouw wat asbest componenten bevatte. In de juridische aspecten van schuld in deze zaak treden wij uiteraard niet. De BPA is echter geschrokken van de berichtgeving in de media en heeft enkele vragen naar aanleiding van de berichtgeving.

 

 

Wij hebben hierover de volgende vragen:

 

1.      Wij hebben begrepen dat de school waar de leerkracht werkzaam was, begin jaren 90 is gerenoveerd en dat het asbest toen is verwijderd. Is dit correct?

2.      Zo niet, welke maatregelen heeft het college getroffen om schade aan de gezondheid van leerkrachten en leerlingen te voorkomen?

3.      Zijn er volgens het college andere scholen/gebouwen in eigendom van de gemeente Amersfoort waarin sprake is van de aanwezigheid van de schadelijke stof asbest ?

4.      Zo ja,  welke  maatregelen zijn genomen om schade voor de gezondheid te voorkomen

 

 

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

 

Namens de Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

Kees Kraanen

Gerard van Vliet

Hans van Wegen

 

 

 

 

__________________________________________________________________________________

 

 

Vragen van het raadslid  J.J.W. van Wegen (BPA) inzake aansprakelijkheidsstelling asbest.

 

Toelichting:

De gemeente Amersfoort is aansprakelijk gesteld voor het overlijden van een leerkracht met longvlies kanker. De familie wijt het overlijden aan het feit dat de leerkracht werkzaam is geweest in een schoolgebouw wat asbest componenten bevatte. In de juridische aspecten van schuld in deze zaak treden wij uiteraard niet. De BPA is echter geschrokken van de berichtgeving in de media en heeft enkele vragen naar aanleiding van de berichtgeving.

 

Vragen van de fractie BPA:

 

1. Wij hebben begrepen dat de school waar de leerkracht werkzaam was, begin jaren 90 is gerenoveerd en dat het asbest toen is verwijderd. Is dit correct?

2. Zo niet, welke maatregelen heeft het college getroffen om schade aan de gezondheid van leerkrachten en leerlingen te voorkomen?

3. Zijn er volgens het college andere scholen/gebouwen in eigendom van de gemeente Amersfoort waarin sprake is van de aanwezigheid van de schadelijke stof asbest?

4. Zo ja, welke maatregelen zijn genomen om schade voor de gezondheid te voorkomen?

 

 

 


                                                                                     Gemeente Amersfoort

 

 

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 14 maart 2006).

__________________________________________________________________________________

 

 

Vraag 1 en 2

 

U geeft in uw inleiding aan dat u niet in de juridische aspecten van schuld in deze zaak wilt treden.

Uw eerste twee vragen hebben betrekking op de zaak. Het beantwoorden hiervan is feitelijk niet mogelijk zonder daarmee ook informatie te geven over de juridische aspecten. Nu de zaak niet alleen verzekeringstechnisch in behandeling is, maar bovendien ook onder de rechter is, willen wij niet ingaan op de vragen 1 en 2 om beide procedures (verzekering en rechter) niet te doorkruisen.

 

Vraag 3 en 4

 

De algemene landelijke beleidslijn ten aanzien van asbest is als volgt: in Nederland staan veel (openbare) gebouwen waarin destijds asbest is verwerkt als isolatiemateriaal. Bij brief van 14 november 2002 (vrom0201017) heeft de minister van VROM aan de Tweede Kamer meegedeeld, in samenspraak met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, af te zien van een grootschalig asbest inventarisatiebesluit. Doel van het besluit was blootstelling van gebruikers van gebouwen aan asbest te voorkomen. Echter: de mogelijke gezondheidswinst van een dergelijk besluit is zeer beperkt (voor heel Nederland 0,05 tot 0,2 minder asbest-slachtoffers per jaar), terwijl de invoering daarvan tot hoge lasten voor de eigenaren van de gebouwen zou leiden (voor heel Nederland € 1 miljard voor asbestinventarisatie en –verwijdering).

Er zijn heel veel soorten asbest en de mate van schadelijkheid varieert van weinig schadelijk tot het zeer schadelijk zijn van enkele soorten. Hoewel asbest op zich een schadelijke stof is, is het niet onveilig voor gebruikers van gebouwen zolang het asbest veilig is opgeborgen in de constructie van het gebouw, d.w.z. dat gebruikers er niet aan blootgesteld kunnen worden.

De wet- en regelgeving ten aanzien van beantwoording van de vraag hoe om te gaan met asbest is als volgt samen te vatten: als werkzaamheden verricht moeten worden op plaatsen waar asbest aanwezig is, of asbest wordt aangetroffen, moet het asbest op veilige wijze worden verwijderd.

 

In Amersfoort passen we bovenstaande algemene landelijke beleidslijn en de wet- en regelgeving toe bij schoolgebouwen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs, zijnde de gebouwen genoemd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.

 

 


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen