BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort                          

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,     Amersfoort, 30 maart 2005.

                                                                                                           

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

Bij de berichtgeving door het college over het mogelijk gaan bebouwen van het waterwingebied in het kader van de stedelijke vernieuwing zijn felle reacties gegeven. Opvallend is daarbij de mate waarin leden van het college wordt verweten in het verleden uitspraken te hebben gedaan die in tegenspraak zijn met de nu voorliggende keuzen.

 

Er kan niet aan de algemene indruk worden ontkomen dat al bij voorbaat wordt getwijfeld aan de intenties van B&W bij de verdere ontwikkelingen. Respect en vertrouwen zijn de voornaamste voorwaarden om in een dialoog met burgers te komen tot afgewogen beslissingen en acceptatie van genomen besluiten. Nu het daaraan lijkt te ontbreken, helaas niet alleen in dit geval, kan niet aan de conclusie worden ontkomen dat bij belangrijke ontwikkelingen voor deze stad bij voorbaat non-acceptatie van besluitvormingsprocedures aan de orde is. Met als gevolg een, in bestuurlijke opzicht, zeer inadequate actiegroependemocratie.

 

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

1. Is er in een eerder overleg met bewoners in Liendert/Rustenburg door het college de indruk gewekt dat niet getornd zou worden aan de groenfunctie van het waterwingebied?
2. Is in een eerder overleg door het college toegezegd dat speelruimte beschikbaar zou blijven tussen de geplande Moskee en de Zangvogelweg?
3. Is in eerder overleg door het college de indruk gewekt dat woningbouw en bouw van een school in de wijk Liendert/Rustenburg niet tot de prioriteiten zou behoren, laat staan in het waterwingebied?
4. Is het college zich bewust van de negatieve sentimenten die zijn ontstaan in de betrokken wijk door eerder optreden door leden van het college?
5. Is het college met ons van mening dat de vele negatieve sentimenten die in de stad heersen m.b.t. het bestuur (al bij voorbaat) in ernstige mate besluitvormingsprocedures negatief beļnvloeden? Zo nee, waarom niet?
6. Zo ja, kan het college aangeven op welke wijze het college hiermee denkt om te gaan?
7. Is het college van mening dat bij de huidige sentimenten nog sprake kan zijn van adequaat bestuur, waarin respect en vertrouwen pijlers zijn van een gedegen besluitvormingsproces? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft dat voor het college voor consequenties?

 

De BPA hecht veel waarde aan een maximale participatie van burgers. Niet op basis van negatieve sentimenten (onvrede), maar op basis van een actieve betrokkenheid bij de eigen woon- en werkomgeving. Respectloos bestuur, om welke oorzaak dan ook, kan niet de basis zijn voor verdere ontwikkelingen in Amersfoort.

 

Daarom zijn we dan ook benieuwd naar de spoedige antwoorden op onze vragen,

 

In afwachting daarvan, namens de BPA fractie, Kees Kraanen, Gerard van Vliet, Hans van Wegen