BPA

BPA

 

Aan:

Gedeputeerde staten van Utrecht

t.a.v. de weled. Ing. G.C.M. Nortier

hoofd sector V&H / Ketenbeheer a.i.

Postbus 80300

3508 TH Utrecht

 

Met kopie aan:

  • Commissie van Water en Milieu
  • Gedeputeerde van Water en Milieu
  • Burgemeester en Wethouders gemeente Amersfoort

 

 

Amersfoort, 17 september 2006.

 

 

uw brief van; 14 september 2006.

behandeld door : M. Heil

kenmerk: 2006 WEM 003863

gericht aan: de omwonende van de Zevenhuizenstraat Amersfoort / Bunschoten

 

 

Geachte heer Nortier,

 

Naar de mening van de Burger Partij Amersfoort ( BPA ) vergissen U en de heer Heil zich schromelijk.

 

  1. Reeds op 27 april 2004 ( meer dan 2,5 jaar geleden ! ) hebben omwonende van de Zevenhuizenstraat, o.a. de heer B. van de Wetering, tijdens een openbare vergadering in De Eenhoorn / Amersfoort –  dat was de hoorzitting over de Uitbreiding Baggerberging + Milieu effectrapportage + Vergunning aanvraag vuilstort enz. – richting de Provincie Utrecht, melding gemaakt van het feit dat er plotsklaps vervuild / geel-oranje kleurig water uit de grond-water Norton pompen kwam rondom de Zevenhuizenstraat.

( volgens mijn agenda was ik er als raadslid ook bij, maar ook andere Amersfoortse raadsleden waren bij deze vergadering aanwezig )

 

Volgens mij informatie waren ook de heer Heil en Versteeg daarbij aanwezig, naast verschillende andere ambtenaren, gedeputeerde enz. van de Provincie Utrecht, het Waterschap, de gemeente Amersfoort, de gemeente Bunschoten enz.

Dat is dus al ruim 2,5 jaar geleden.

 

  1. Half mei 2006 kwam deze grondwater vervuiling weer extreem voor ! Dit is door de omwonenden, o.a. de heer B. van de Wetering, opnieuw tijdens een openbare hoorzitting, maar nu die van 5 juli 2006 – en opnieuw in De Eenhoorn / Amersfoort – gemeld. Deze hoorzitting ging over de Milieuvergunning van de stort enz. Hierbij was weer de halve Provincie Utrecht aanwezig, het Waterschap, de raadsleden van Wegen, van Garderen enz. enz. Ook daar waren de heren Heil en Versteeg zelf bij aanwezig.

 

  1. De recente droogteperiode waar u in uw bovenvermelde brief van 14 september 2006 over spreekt op blz. 2 onderaan, juni en juli 2006, was dus ruim na de klachten over vervuild / geel-oranje kleurig water uit de grond-water Norton pompen van 27 april 2004 en half mei 2006.

De BPA vindt het dus onbegrijpelijk dat u dit argument aanvoert in uw brief.

 

  1. Verder blijven wij het onacceptabel vinden dat de Provincie niet verschillende ( en meer ) waterputten aan de lage kant van het chemisch stort depot ( dus in de omgeving van de Zevenhuizenstraat ) zelf en dan maandelijks bemonsterd op vervuiling en de trend in de oplopende vervuiling, maar dit geheel overlaat aan de vergunning houder.

 

  1. U als verantwoordelijke provinciale overheid moet deze controles zelfstandig uitvoeren, waardoor onafhankelijkheid richting de burgers voor 100 % is gewaarborgd.

 

  1. Ook vergeet u dat er tenminste één zeer zware industriegroep vlak voor Bunschoten, een geldige provinciale/ waterschaps vergunning heeft om 250.000 m3 grondwater ( dat is 200 m3 per dag en ook daar vindt geen onafhankelijke controle op plaats, dus als het 400 m3 per dag is weet niemand dat ) aan de polder te ontrekken en wellicht zijn er meer van dat soort vergunningen. Hierdoor ontstaat er in de polder ondergrond een zwaar zuigende werking vanaf de stort richting de polder. Ook hier heeft u geen rekening mee gehouden.

 

  1. Nu speelt u de dubieuze rol van de Tour de France directie ( de vergunning houder van het chemisch afvaldepot mag zelf het afvalwater van de stort - percolaat -  opvangen en analyseren) die de renners vraagt om zelf maar hun plasje op te vangen, zelf te kijken of ze doping hebben gebruikt, en hier ook zelf maar over te rapporteren. De BPA stelt zich hierbij de rolverdeling anders voor.

 

  1. Met andere woorden, u vraagt de leerling om zelf zijn huiswerk, proefwerken, en examens na te kijken en daarna zichzelf maar een diploma te geven, zonder dat u die leerling letterlijk en figuurlijk direct op zijn vingers kijkt.

 

  1. Afsluitend, de BPA is van mening dat u uw handhavende maar vooral u controlerende taak veel te licht op vat en ten onrechte niet uw wettelijke verplichtingen uitvoert, namelijk het zelf controleren van het afvalwater van de stort - percolaat -  en het zelf regelmatig controleren van het grondwater in de onmiddellijke omgeving van deze stortplaats.

 

  1. U laat dit geheel ten onrechte aan de vergunning houder zelf over. De BPA vind dit onbegrijpelijk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De BPA stuur deze/haar brief van 17 september 2006 ook aan:

 

  • de Commissie van Water en Milieu Provincie Utrecht,
  • de Gedeputeerde van Water en Milieu
  • en de Burgemeester en Wethouders gemeente Amersfoort

 

en vraagt ze bij deze ook om hun visie op bovengenoemde feiten, zaken en constateringen.

 

 

Met vr. groet,

 

Ing. J.J.W. ( Hans) van Wegen,

fractievoorzitter

Burger Partij Amersfoort (BPA)

 

 

 

 

 

 

 

 

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 24 oktober 2006).

__________________________________________________________________________________

 

Opmerking

 

De onder punt 1 t.m. 10 gegeven antwoorden zijn niet een beantwoording van vragen, maar geven de visie weer op de feiten, zaken en constateringen zoals die door de BPA zijn aangevoerd.

 

 

1 tm 3

De in de brief van de provincie Utrecht beschreven verklaring voor de verkleuring van het grondwater wordt toegeschreven aan het aanwezige ijzer in het grondwater. Een oorzaak hiervoor kan een (tijdelijk) lage grondwaterstand zijn. Een droge periode kan dit effect versterken.Het feit dat het verschijnsel zich eerder heeft voorgedaan doet niets af aan de situatie dat het opgepompte grondwater is verkleurd als gevolgd van het aanwezig ijzer, hetgeen ook met analyses is aangetoond.

De inmiddels bekende resultaten van een 2e bemonstering van het grondwater op nr 164 laten zien dat het ijzergehalte inmiddels is afgenomen van 21 mg/l naar 9,7 mg/l en het ammoniumgehalte van 6,2 naar 2,9. Uit deze gegevens blijkt dat het om een tijdelijk effect lijkt te gaan dat bovendien plaatsgebonden is. Het is overigens niet uitgesloten dat het zich weer kan voordoen.

 

6. De industriegroep bij Bunschoten waaraan u refereert ligt te ver van de stortplaats Smink om op deze afstand een merkbaar effect te meten.

 

4 tm 5 en 7 tm 10

De monitoring van een inrichting die valt onder de Wet Milieubeheer is in 1e instantie een verantwoording van de vergunninghouder. Deze krijgt hiertoe voorschriften opgelegd door het bevoegd gezag waarin is aangegeven volgens welke protocollen en afspraken de monitoring dient plaats te vinden. De voorschriften in de vergunning bieden op zich voldoende controlemogelijkheden om de gevolgen van de bedrijfsactiviteiten te kunnen volgen. Indien nodig, kunnen aanvullende voorschriften worden opgelegd. Daarnaast heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om zelf controlemonsters te nemen indien de situatie daar om vraagt. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen of en wanneer dit aan de orde is.

Het bovengenoemde geldt ook voor de stortlokatie van Smink. Hoewel deze voor de Wet Milieubeheer onder het bevoegd gezag van de provincie Utrecht valt, wordt de locatie ook vanuit Amersfoort intensief gevolgd. Kopiën van beschikkingen, verslagen, correspondentie zijn ook in het bezit van de gemeente Amersfoort. Daarnaast heeft de gemeente Amersfoort voor de stortlokatie van Smink de bevoegd gezag taak vanuit de Wet Bodembescherming.

Voor wat betreft de vergunningverlening en de handhaving vanuit de Wet Milieubeheer en de Wet Bodembescherming vindt afstemmingsoverleg plaats tussen de gemeente Amersfoort en de provincie Utrecht. Daar waar het gewest Eemland een aantal taken uitvoert voor de gemeente Amersfoort, blijft de gemeente verantwoordelijk.

 


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen