Onderwerp: Recente uitspraak door de bestuursrechter
inzake De Mariënhof.
Aan: het College van
B&W der Gemeente Amersfoort, t.a.v. de burgemeester,
mevrouw A. van Vliet-Kuiper,
Geachte mevrouw van
Vliet-Kuiper,
Op grond van het reglement
van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende
vragen aan het College van B&W stellen.
Onderwerp: Recente uitspraak door de bestuursrechter
inzake De Mariënhof.
In November
2006 heeft de BPA vragen gesteld over restaurant De Mariënhof en u heeft als college ons daar begin december 2006 op
geantwoord.
Inmiddels
heeft op 14 december 2006 de Bestuursrechter uitspraak gedaan in deze zaak en
moet de gemeente Amersfoiort vòòr
28 december 2006 het restaurant De Mariënhof sluiten c.q. de nodige maatregelen treffen
zodat alle overlast voor de omwoinenden met onmiddelijke ingang over
is.
Ingelast de eerdere BPA vragen
en antwoorden over dit onderwerp.
BPA vragen + College
antwoorden
2006, nummer 141.
__________________________________________________________________________________
VRAGEN door
leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig
artikel 43 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de
gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door burgemeester en wethouders
gegeven antwoorden. (CST
, nr. 2255503; ontvangen d.d. 20 november 2006).
__________________________________________________________________________________
Vragen van het
raadslid H.van Wegen (BPA) inzake de exploitatie van Mariënhof aan de Kleine Haag
zonder horecavergunning
Toelichting
De rechtbank Utrecht heeft in september
uitspraak gedaan in de zaak die de beheersmaatschappij Monnikendam tegen de gemeente
Amersfoort had aangespannen inzake het intrekken van
de horecavergunning van Kloostersalons de Mariënhof,
gelegen aan de Kleine Haag, tegenover het Drugsgebruikers centrum.
Uit de stukken blijkt een
jaren voortslepend conflict van veel overlast voor omwonenden, opereren
zonder geldige horeca vergunningen en absolute strijdigheid met het huidige
bestemmingsplan.
Handhaving is een absolute must om de
geloofwaardigheid van vergunningverlening en bestemmingsplannen te kunnen
blijven claimen. Om die reden is snelle helderheid gewenst.
- Is het College bekend met het feit dat De Mariënhof
reeds sinds de opening in 1992 functioneert
zonder horecavergunning?
- Is het College op de hoogte van het feit dat het bestemmingsplan
geen horeca toestaat en dat bij de start slechts ontheffing is verleend
aan restaurant-activiteiten als annex
van het culinair museum?
- Is het College op de hoogte van het feit dat het culinair museum sinds 2003 geen eigen entree
meer heeft en de facto beperkt is tot een
zolderruimte die slechts op afspraak door groepen bezocht kan worden?
- Is het College op de hoogte van het feit dat de bedrijfsformule
sinds 2003 is veranderd in een party- en congrescentrum met als gevolg
een forse toename van de overlast?
- Is het College met ons van mening dat de combinatie van een
nieuwe bedrijfsformule en de sluiting van het culinair
museum tot een situatie heeft geleid die in het bestemmingsplan zo wie
zo niet is toegestaan?
- Hoeveel gasten/bezoekers mogen volgens het college van de
brandweer tegelijk in het pand verblijven
- En waar en wanneer is dat aantal gasten/bezoekers vastgelegd?
- Onder welke vergunningen is de veiligheid en gezondheid van
gasten en werknemers van de Mariënhof in de
periode 1992-2006 beschermd?
- Is het College bekend met de meldingen van overlast, zowel van
optredende muziekbands, nachtelijke laad- en booractiviteiten, zowel als
vertrekkende gasten?
- Is het College bekend met de laad- en losactiviteiten van de Mariënhof op de Zuidsingel
die regelmatig tot zeer gevaarlijke situaties leiden, met
name voor fietsers en voetgangers?
- Is het College op de hoogte van het feit dat het Burgerweeshuis
een woonbestemming heeft, terwijl het dienst doet als kantoor- en
vergaderruimte?
- Is het College op de hoogte van het feit dat de Mariënhof functioneert als trouwlocatie in een
illegaal gevestigde onderneming?
- Is het College aansprakelijk voor schade wanneer een geplande
trouwceremonie en –feest afgezegd moet worden vanwege door omwonenden
gevraagde of door de rechter opgelegde handhavingsplicht?
- Was het College op de hoogte van de hierboven genoemde situatie,
die afwijkt van het bestemmingsplan, toen in 2005 de locatie van het
zorgcentrum aan de Kleine Haag, werd gekozen?
- Is het College bekend met het feit dat bij de politie-veiligheidsschouw in 2005 de situatie
van de woning direct tegenover het Zorgcentrum niet is meegenomen?
- Waarom heeft het College de raad niet geïnformeerd over de
hierboven beschreven situatie toen in 2005 de Horeca nota in de raad
werd behandeld?
- Is het College met ons van mening dat de gemeente door de
combinatie zorgcentrum aan de ene kant van de Kleine Haag en een groot
partycentrum op de hoek Zuidsingel / aan de
andere kant van de Kleine Haag een, voor een gezin met kinderen,
onbewoonbare situatie heeft gecreëerd?
- Welke maatregelen neemt de gemeente om de woonbestemming conform
het bestemmingsplan op de hoek Zuidsingel/Kleine
Haag weer recht te doen?
19. Welke concrete actie onderneemt het College
naar aanleiding van de vestigingsvoorwaarden van de Mariënhof
en het Burgerweeshuis en binnen welke termijn?
______________________________________________________________
ANTWOORD van burgemeester en wethouders
__________________________________________________________________________________
1
De Mariënhof is tot aan de overname door
Beleggingsmaatschappij Monnikendam BV in 2001 in het bezit geweest
van een geldige horeca-exploitatievergunning. Zie
voor de jaren daarna antwoord 12.
2
Vanaf 1991 heeft de Mariënhof
gefunctioneerd als culinair museum/ restaurant/eetcafé.
Voor het horecagedeelte van het
voormalige kloostercomplex is destijds (in 1991 en in 1992) vrijstelling
verleend van het stadsvernieuwingsplan Kamp-Zuidsingel
(artikel 19 Wet RO) en van meet af aan als een op zichzelf staand
bedrijfsonderdeel geëxploiteerd.
3. Ja.
4.
Het gewijzigde gebruik is bij ons bekend. Dat gebruik
heeft met name bij bewoners van Zuidsingel
23 tot klachten geleid (laad-en losverkeer en
geluidshinder).
5.
De relatie tussen horeca en Culinair Museum is niet
verbroken. De nieuwe bedrijfsformule past echter niet binnen de
oorspronkelijke restaurantfunctie waarop de vrijstellingen betrekking hebben.
6.
250
7.
In de gebruiksvergunning van 19 oktober 1999.
8.
De gebruiksvergunning en Drank- en Horecawetvergunning. Daarnaast is het Besluit horeca-,
sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer onverkort van toepassing. Het
toezicht op de naleving van de regelgeving is gewaarborgd door opname van de Mariënhof in de betreffende handhavingsprogramma’s.
9.
Ja. Inmiddels wordt onderzoek gedaan naar de
gegrondheid van de klachten en het gebruik van de Mariënhof in 2006 als onderdeel van het in
gang gezette handhavingstraject. De bij punt 4 bedoelde bewoners zijn
hiervan op 10 november jl op de hoogte gebracht.
10.
Ja. Teneinde gevaarlijke
situaties voor fietsers en voetgangers te voorkomen is afgesproken dat het
laden en lossen plaatsvindt aan de zijde van de Kleine Haag. Daarnaast mag de
Mariënhof aan de zijde van de Zuidsingel
uitsluitend bevoorraad worden indien daarbij sprake is van zware beursspullen (2
á 3 keer per maand)
11.
Ja. Het Burgerweeshuis is in de negentiger
jaren van de vorige eeuw gesplitst. Het woongedeelte is van de hand
gedaan. De regentenkamer is gehandhaafd. Deze kamer is in 1936 gerenoveerd en
tot op de dag van vandaag in gebruik als vergadervertrek voor de bestuurders
van de Stichting Het Burgerweeshuis. In het toekomstige bestemmingsplan wordt
het gebruik c.q. de splitsing planologisch verankerd.
12.
De Mariënhof heeft in de
periode waarin de nieuwe bedrijfsformule zich ontwikkelde diverse
beheerswisselingen gekend. Hierdoor is de procedure tot het verkrijgen van
een exploitatievergunning meerdere keren bijgesteld. Bovendien bleek uit
onderzoek dat het gebruik op gespannen voet kwam met het geldende
bestemmingsplan. Teneinde het bedrijf de gelegenheid te bieden de
activiteiten in overeenstemming met het bestemmingsplan te brengen,
bijvoorbeeld door aanpassing van het ondernemingsplan of door een aanvraag
tot wijziging van het bestemmingsplan in te dienen, is tot 1 oktober 2006 een
tijdelijke exploitatievergunning afgegeven. De huwelijksmarkt maakt deel uit
van het bedrijfsplan. Gelet op het klachtenpatroon is in de tijdelijke
vergunning het aantal toegestane huwelijksfeesten waarbij versterkte (live)
muziek ten gehore wordt gebracht voor 2006 gemaximeerd conform de regeling voor incidentele
activiteiten (art. 4.1.2 Apv: maximaal 3). Tevens
is bepaald dat in deze situaties het laden- en lossen ná het verplichte
sluitingsuur (01.00 uur) niet is toegestaan. Voor alle overige activiteiten
is het laden- en lossen in het openbaar gebied beperkt tot 23.00 uur.
13.
Nee.
14.
Ja, maar er is geen relatie tussen deze twee genoemde
activiteiten.
15. Wij
gaan er vanuit dat u de politie-veiligheidsschouw
bedoelt die gedaan is in het kader van de vestiging van het Zorgcentrum voor
dak- en thuisloze harddrugsverslaafden aan de Kleine Haag. Bij deze schouw is
de omgeving van de Kleine Haag 3 en dus ook de overkant van het Zorgcentrum,
beoordeeld op veiligheidsaspecten in verband met de, toen nog eventuele,
komst van het Zorgcentrum aan de Kleine Haag. Naar aanleiding hiervan is een
reeks van veiligheidsmaatregelen aangekondigd en genomen.
16.
In de horecanota is aandacht besteed aan de
toekomstige gebruiksmogelijkheden van het gebouwencomplex mede in relatie tot
de omgeving en is ingespeeld op de ambities van de eigenaar. Dat is ook als
zodanig in de nota verwoord. In de periode rond de vaststelling van de
horecanota beschikte de Mariënhof over een
tijdelijke exploitatievergunning.
17.
Nee.
18.
Zie
antwoord vraag 11. Wij zijn in gesprek met betrokkenen
hierover.
19.
De eigenaar van de Mariënhof
heeft op basis van de huidige bedrijfsactiviteiten wijziging c.q.
vrijstelling van het bestemmingsplan aangevraagd. Hangende deze procedure kan
volgens vaste jurisprudentie de bedrijfsuitoefening worden voortgezet conform
de tijdelijke vergunning. Voorts is met betrekking tot de exploitatie het
gestelde onder punt 8 van toepassing.
Over de nieuwe situatie van 14 december 2006, de recente
uitspraak van de Bestuursrechter heeft de BPA nog wat vragen.
|