FORMAT STELLEN VAN SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

 

 

 

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2006

 

 

 

Nummer #                                                                                (In te vullen door de raadsgriffie)

 

 

Datum:  29 december 2006

 

 

Aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Steller vragen: BPA

 

 

Onderwerp: Recente uitspraak door de bestuursrechter inzake De Mariënhof.

 

Aan: het College van B&W der Gemeente Amersfoort, t.a.v. de burgemeester,

mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                

                                                                                                           

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het College van B&W stellen.

 

Onderwerp: Recente uitspraak door de bestuursrechter inzake De Mariënhof.

 

In November 2006 heeft de BPA vragen gesteld over restaurant De Mariënhof en u heeft als college ons daar begin december 2006 op geantwoord.

 

Inmiddels heeft op 14 december 2006 de Bestuursrechter uitspraak gedaan in deze zaak en moet de gemeente Amersfoiort vòòr 28 december 2006 het restaurant De Mariënhof sluiten c.q. de nodige maatregelen treffen zodat alle overlast voor de omwoinenden met onmiddelijke ingang over is.

 

 

 

Ingelast de eerdere BPA vragen en antwoorden over dit onderwerp.

 

BPA vragen + College antwoorden

 

2006, nummer 141.

__________________________________________________________________________________

 

VRAGEN door leden van de gemeenteraad gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort en de daarop door burgemeester en wethouders gegeven antwoorden. (CST , nr. 2255503; ontvangen d.d. 20 november 2006).

__________________________________________________________________________________

 

Vragen van het raadslid H.van Wegen (BPA) inzake de exploitatie van Mariënhof aan de Kleine Haag zonder horecavergunning

 

Toelichting

De rechtbank Utrecht heeft in september uitspraak gedaan in de zaak die de beheersmaatschappij Monnikendam tegen de gemeente Amersfoort had aangespannen inzake het intrekken van de horecavergunning van Kloostersalons de Mariënhof, gelegen aan de Kleine Haag, tegenover het Drugsgebruikers centrum.

 

Uit de stukken blijkt een jaren voortslepend conflict van veel overlast voor omwonenden, opereren zonder geldige horeca vergunningen en absolute strijdigheid met het huidige bestemmingsplan.

 

Handhaving is een absolute must om de geloofwaardigheid van vergunningverlening en bestemmingsplannen te kunnen blijven claimen. Om die reden is snelle helderheid gewenst.

 

  1. Is het College bekend met het feit dat De Mariënhof reeds sinds de opening in 1992 functioneert zonder horecavergunning?
  2. Is het College op de hoogte van het feit dat het bestemmingsplan geen horeca toestaat en dat bij de start slechts ontheffing is verleend aan restaurant-activiteiten als annex van het culinair museum?
  3. Is het College op de hoogte van het feit dat het culinair museum sinds 2003 geen eigen entree meer heeft en de facto beperkt is tot een zolderruimte die slechts op afspraak door groepen bezocht kan worden?
  4. Is het College op de hoogte van het feit dat de bedrijfsformule sinds 2003 is veranderd in een party- en congrescentrum met als gevolg een forse toename van de overlast?
  5. Is het College met ons van mening dat de combinatie van een nieuwe bedrijfsformule en de sluiting van het culinair museum tot een situatie heeft geleid die in het bestemmingsplan zo wie zo niet is toegestaan?
  6. Hoeveel gasten/bezoekers mogen volgens het college van de brandweer tegelijk in het pand verblijven
  7. En waar en wanneer is dat aantal gasten/bezoekers vastgelegd?
  8. Onder welke vergunningen is de veiligheid en gezondheid van gasten en werknemers van de Mariënhof in de periode 1992-2006 beschermd?
  9. Is het College bekend met de meldingen van overlast, zowel van optredende muziekbands, nachtelijke laad- en booractiviteiten, zowel als vertrekkende gasten?
  10. Is het College bekend met de laad- en losactiviteiten van de Mariënhof op de Zuidsingel die regelmatig tot zeer gevaarlijke situaties leiden, met name voor fietsers en voetgangers?
  11. Is het College op de hoogte van het feit dat het Burgerweeshuis een woonbestemming heeft, terwijl het dienst doet als kantoor- en vergaderruimte?
  12. Is het College op de hoogte van het feit dat de Mariënhof functioneert als trouwlocatie in een illegaal gevestigde onderneming?
  13. Is het College aansprakelijk voor schade wanneer een geplande trouwceremonie en –feest afgezegd moet worden vanwege door omwonenden gevraagde of door de rechter opgelegde handhavingsplicht?
  14. Was het College op de hoogte van de hierboven genoemde situatie, die afwijkt van het bestemmingsplan, toen in 2005 de locatie van het zorgcentrum aan de Kleine Haag, werd gekozen?
  15. Is het College bekend met het feit dat bij de politie-veiligheidsschouw in 2005 de situatie van de woning direct tegenover het Zorgcentrum niet is meegenomen?
  16. Waarom heeft het College de raad niet geïnformeerd over de hierboven beschreven situatie toen in 2005 de Horeca nota in de raad werd behandeld?
  17. Is het College met ons van mening dat de gemeente door de combinatie zorgcentrum aan de ene kant van de Kleine Haag en een groot partycentrum op de hoek Zuidsingel / aan de andere kant van de Kleine Haag een, voor een gezin met kinderen, onbewoonbare situatie heeft gecreëerd?
  18. Welke maatregelen neemt de gemeente om de woonbestemming conform het bestemmingsplan op de hoek Zuidsingel/Kleine Haag weer recht te doen?

19.    Welke concrete actie onderneemt het College naar aanleiding van de vestigingsvoorwaarden van de Mariënhof en het Burgerweeshuis en binnen welke termijn?

 

 

______________________________________________________________

ANTWOORD van burgemeester en wethouders

__________________________________________________________________________________

 

 

1                                                                                                                                               De Mariënhof is tot aan de overname door Beleggingsmaatschappij Monnikendam BV in 2001 in het bezit geweest van een geldige horeca-exploitatievergunning. Zie voor de jaren daarna  antwoord 12.

2                                                                                                                                               Vanaf  1991 heeft de Mariënhof gefunctioneerd als culinair museum/ restaurant/eetcafé.

          Voor het horecagedeelte van het voormalige kloostercomplex is destijds (in 1991 en in 1992) vrijstelling verleend van het stadsvernieuwingsplan Kamp-Zuidsingel (artikel 19 Wet RO) en van meet af aan als een op zichzelf staand bedrijfsonderdeel geëxploiteerd.

      3.    Ja.

4.                                                                                                                                              Het gewijzigde gebruik is bij ons bekend. Dat gebruik heeft met name bij bewoners van Zuidsingel 23 tot klachten geleid (laad-en losverkeer en geluidshinder).

5.                                                                                                                                              De relatie tussen horeca en Culinair Museum is niet verbroken. De nieuwe bedrijfsformule past echter niet binnen de oorspronkelijke restaurantfunctie waarop de vrijstellingen betrekking hebben.

6.                                                                                                                                              250

7.                                                                                                                                              In de gebruiksvergunning van 19 oktober 1999.

8.                                                                                                                                              De gebruiksvergunning en Drank- en Horecawetvergunning. Daarnaast is het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer onverkort van toepassing. Het toezicht op de naleving van de regelgeving is gewaarborgd door opname van de Mariënhof in de betreffende handhavingsprogramma’s.

9.                                                                                                                                              Ja. Inmiddels wordt onderzoek gedaan naar de gegrondheid van de klachten en het gebruik van de Mariënhof  in 2006 als onderdeel van het in gang gezette handhavingstraject. De  bij punt 4 bedoelde bewoners zijn hiervan op 10 november jl op de hoogte gebracht.

10.                                                                                                                                           Ja. Teneinde gevaarlijke situaties voor fietsers en voetgangers te voorkomen is afgesproken dat het laden en lossen plaatsvindt aan de zijde van de Kleine Haag. Daarnaast mag de Mariënhof aan de zijde van de Zuidsingel uitsluitend bevoorraad worden indien daarbij  sprake is van zware beursspullen (2 á 3 keer per maand)

11.                                                                                                                                           Ja. Het Burgerweeshuis is in de negentiger jaren van de vorige eeuw gesplitst. Het woongedeelte is van de hand gedaan. De regentenkamer is gehandhaafd. Deze kamer is in 1936 gerenoveerd en tot op de dag van vandaag in gebruik als vergadervertrek voor de bestuurders van de Stichting Het Burgerweeshuis. In het toekomstige bestemmingsplan wordt het gebruik c.q. de splitsing planologisch verankerd.

12.                                                                 De Mariënhof heeft in de periode waarin de nieuwe bedrijfsformule zich ontwikkelde diverse beheerswisselingen gekend. Hierdoor is de procedure tot het verkrijgen van een exploitatievergunning meerdere keren bijgesteld. Bovendien bleek uit onderzoek dat het gebruik op gespannen voet kwam met het geldende bestemmingsplan. Teneinde het bedrijf  de gelegenheid te bieden de activiteiten in overeenstemming met het bestemmingsplan te brengen, bijvoorbeeld door aanpassing van het ondernemingsplan of door een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan in te dienen, is tot 1 oktober 2006 een tijdelijke exploitatievergunning afgegeven. De huwelijksmarkt maakt deel uit van het bedrijfsplan. Gelet op het klachtenpatroon is in de tijdelijke vergunning het aantal toegestane huwelijksfeesten waarbij versterkte (live) muziek ten gehore wordt gebracht voor 2006 gemaximeerd  conform de regeling voor incidentele activiteiten (art. 4.1.2 Apv: maximaal 3). Tevens is bepaald dat in deze situaties het laden- en lossen ná het verplichte sluitingsuur (01.00 uur) niet is toegestaan. Voor alle overige activiteiten is het laden- en lossen in het openbaar gebied  beperkt tot 23.00 uur.

13.                                                                                                                                           Nee.

14.                                                                                                                                           Ja, maar er is geen relatie tussen deze twee genoemde activiteiten.

15.     Wij gaan er vanuit dat u de politie-veiligheidsschouw bedoelt die gedaan is in het kader van de vestiging van het Zorgcentrum voor dak- en thuisloze harddrugsverslaafden aan de Kleine Haag. Bij deze schouw is de omgeving van de Kleine Haag 3 en dus ook de overkant van het Zorgcentrum, beoordeeld op veiligheidsaspecten in verband met de, toen nog eventuele, komst van het Zorgcentrum aan de Kleine Haag. Naar aanleiding hiervan is een reeks van veiligheidsmaatregelen aangekondigd en genomen.

16.                                                                                                                                           In de horecanota is aandacht besteed aan de toekomstige gebruiksmogelijkheden van het gebouwencomplex mede in relatie tot de omgeving en is ingespeeld op de ambities van de eigenaar. Dat is ook als zodanig in de nota verwoord. In de periode rond de vaststelling van de horecanota beschikte de Mariënhof over een tijdelijke exploitatievergunning.

17.                                                                                                                                           Nee.

18.                                                                                                                                           Zie  antwoord vraag 11. Wij zijn in gesprek met betrokkenen hierover.

19.                                                                                                                                           De eigenaar van de Mariënhof heeft op basis van de huidige bedrijfsactiviteiten wijziging c.q. vrijstelling van het bestemmingsplan aangevraagd. Hangende deze procedure kan volgens vaste jurisprudentie de bedrijfsuitoefening worden voortgezet conform de tijdelijke vergunning. Voorts is met betrekking tot de exploitatie het gestelde onder punt 8 van toepassing.

 

 

Over de nieuwe situatie van 14 december 2006, de recente uitspraak van de Bestuursrechter heeft de BPA nog wat vragen.

 

 

 

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden.

 

 

1.      Kan het college, nadat kennis is genomen van de uitspraak van de Voorzieningenrechter Bestuursrechtbank Utrecht d.d. 14 december 2006, met droge ogen beweren dat bovenstaande eerder door de BPA gestelde vragen correct en adequaat beantwoord zijn ?

2.      Is het college -met de BPA- van oordeel dat er thans zodanig moet worden ingegrepen dat de omwonenden van het restaurant De Mariënhof worden gevrijwaard van elke overlast van wegen de exploitatie van het restaurant De Mariënhof en dat derhalve het houden van bruiloften, partijen, congressen, bedrijfsfeesten en overige zaken die volgens het vigerende bestemmingsplan niet zijn toegestaan, met onmiddelijke ingang en onder het opleggen van een forse dwangsom dient te worden verboden ?

3.      Is het college met de BPA van oordeel dat het de gemeente Amersfoort past, dat aan de omwonenden – vanwege het niet tijdig ingrijpen van de gemeente – een adequate schadevergoeding wordt toegekend ?

4.      Is het college met ons van oordeel dat de beantwoording van onze eerdere vragen 2 en 3 van november 2006 in combinatie gelezen, verwarrend is ?

5.      Vindt het college het voldoende dat er onderzoek is gedaan naar de gegrondheid van klachten (antwoord op onze eerdere vraag 9) zonder dat dat aanstonds heeft geleid tot het nemen van adequate maatregelen ? Dit gezien in het licht van de weigering van de voorzitter het college van B&W ( onze burgemeester ) handhavend op te treden, welke weigering inmiddels door de Rechtbank is geschorst. En dit overigens nadat in de uitspraak was geconstateerd dat er sprake was van ernstige overlast gedurende de afgelopen jaren.

6.      Is er aanleiding uw antwoord op onze eerdere vraag 12 te nuanceren ? De indruk wordt gewekt dat restaurant De Mariënhof ook op dit moment nog een vergunning onder voorwaarden heeft. Uit de uitspraak van de Voorzieningenrechter Bestuursrechtbank blijkt echter dat deze vergunning al reeds geexpireerd.

7.      Handhaaft het college haar antwoord op onze eerdere vraag 17 nu blijkt uit de uitspraak van de Voorzieningenrechter Bestuursrechtbank, dat er vanwege de illegale exploitatie wel degelijk sprake is van onaanvaardbare overlast voor omwonenden ?

8.      N.a.v. uw antwoord op onze eerdere vraag 18. Betrokken omwonenden deelde ons mee dat de gemeente niet in gesprek is met hem/haar. Wilt u uw antwoord aanpassen ?

9.      Is het college met ons van mening dat de thans door de Voorzieningenrechter Bestuursrechtbank gegeven uitspraak niet correspondeert met vaste jurisprudentie ? ( als genoemd in uw eerder antwoord op onze vraag 19 )

10.  Wil het college ons bevestigen of de, in de eerder genoemde politieschouw inzake de Harddrugs gebruikers ruimte aan de Kleine Haag, ook de beide woonhuizen op de twee hoeken van de Zuidsingel en Kleine Haag als bewoonde woonhuizen zijn meegenomen ?

 

Namens de fractie van de Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

Kees Kraanen en Gerard van Vliet

 

 

Indien nodig

Toelichting:

 

 

Ondertekening en naam,

 

Hans van Wegen, fractievoorzitter BPA.

 

 

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 13 februari 2007).

__________________________________________________________________________________

 

In antwoord op uw negentien vragen van 20 november 2006 (raadsvragen 141 2006) hebben wij u correct en uitvoerig op de hoogte gesteld van de diverse aspecten rondom de vergunningverlening en de toen actuele situatie  van Kloostersalons de Marienhof. Naar aanleiding van de ontstane nieuwe situatie ten gevolge van de uitspraak van de bestuursrechter van 8 december 2006 stelt u, deels, nieuwe vragen. Hieronder geven wij een korte beschrijving van (de gevolgen van) de nu ontstane situatie. Voor het overige zien wij in uw vragen geen nieuwe feiten.

 

De bestuursrechter heeft op 8 december 2006 uitgesproken dat handhavend opgetreden moet worden tegen het niet binnen het bestemmingsplan passende gebruik. Deze uitspraak is vanzelfsprekend, gevolgd en op 27 december 2006 heeft de burgemeester de exploitant een ontwerp-handhavingsbesluit toegezonden. Na afloop van de periode die de uitbater van de Marienhof is gegund om zienswijzen in te dienen, is op 25 januari 2007 een handhavingsbesluit genomen waarin activiteiten die strijdig zijn met het vigerende bestemmingsplan, niet toegestaan worden. Bij overtreding van dit besluit wordt een dwangsom opgelegd van € 10.000 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 100.000. Dit besluit geldt met ingang van 29 januari 2007. Vanaf 29 januari is ook een exploitatievergunning van kracht die toeziet op het gebruik passend binnen het huidige bestemmingsplan.

 

Op 10 januari heeft het college het voornemen aangekondigd een vrijstelling van het bestemmingsplan aan de Marienhof te willen gaan verlenen conform de in de Horecanota vastgestelde uitgangspunten. De bedoeling is om op deze manier gebruik van de Marienhof met de bredere formule mogelijk te maken onder strikte voorwaarden.

 

Vraag 1

Ja

 

Vraag 2

Ja, bovengenoemd handhavingsbesluit maakt ingrijpen mogelijk, mits contstatering overtreding van het besluit.

 

Vraag 3

Neen

 

Vraag 4

Neen

 

Vraag 5

Ja, de gemeente treedt handhavend op bij overtreding van het handhavingsbesluit, welk besluit is genomen naar aanleiding van de uitspraak van de rechter.

 

Vraag 6

Neen

 

Vraag 7

Ja

 

Vraag 8

Neen

 

Vraag 9

Ja

 

Vraag 10

Ja


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen