SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGEEx. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2006
Minister ter Horst presenteerde onlangs het nationale
actieplan polarisatie en radicalisering 2007 - 2011. Dat gebeurde in
Amsterdam Slotervaart waar stadsdeelvoorzitter Ahmed Markouch van zich doet spreken met een
onomwonden veiligheids- en integratiebeleid. In de nationale aanpak gaat
het specifiek om het bestrijden/tegengaan van radicaliserings vormen en – methoden die een gevaar
kunnen opleveren voor onze democratische rechtsorde en onze vreedzame samenleving. Naar het oordeel van de BPA
is ook een lokale aanpak nodig die vanuit verschillende invalshoeken het probleem van de
samenleving ondermijnende radicalisering benadert. Amersfoort is helaas niet
alleen de stad van de vreedzame samenleving, waar iedereen meedoet, maar Amersfoort is ook de stad
van de islamterrorist Jason W. en de stad waar volgens informatie van de AIVD extreme islampredikers
( Salafisten ) met onverdraagzaam en niet te tolereren gedachtegoed jonge gelovigen proberen op
te zetten tegen onze democratische samenleving. Maar het gaat niet alleen om
islam, maar ook om andere religieuze geloofsuitwassen die tot maatschappelijke
onverdraagzaamheid en anti-integratie leiden. Autochtone jongeren staan ook
bloot aan het kwalijke
gedachtegoed van intolerant rechtsextremisme. Daarnaast proberen extreme
milieu- en dierengroeperingen zieltjes te winnen voor de opvatting dat in het belang van welzijn van
milieu en dieren de toepassing van geweld is toegestaan. Dit alles onderstreept
volgens de BPA de noodzaak van een lokale aanpak. Vraag 1: Is het college van al de bovenstaande feiten op de hoogte ? Antwoord vraag 1: Ja. In aansluiting op uw eerdere
schriftelijke vragen over dit onderwerp willen wij er nogmaals op wijzen dat er
niet al te snel en automatisch een koppeling moet worden gelegd tussen
traditionele/fundamentalistische stromingen binnen de verschillende
geloofsovertuigingen en
gewelds(dreiging) en/of terrorisme. Passages in uw inleiding
(Amersfoort is de stad van islamterrorist Jason W. en de stad waar jonge
gelovigen worden opgezet tegen onze democratische samenleving) zijn suggestief
en vinden wij onnodig polariserend. Vraag 2: Is het college het eens
met de opvatting van minister ter Horst, verwoord in het recent gepubliceerde ‘Actieplan polarisatie en radicalisering
2007-2011’, dat het tegengaan van polarisatie en radicalisering in het bijzonder een lokale
aangelegenheid is en dat het vooral het wijkwerk betreft? Antwoord vraag 2: Ja, het actieplan biedt veel
aanknopingspunten voor een lokale (wijkgerichte) aanpak. Vraag 3: Deelt het college de mening van de BPA dat gelet op de inhoud
van het nationale actieplan de aanpak van (ongewenste vormen van) polarisatie/radicalisering
in Amersfoort op gemeentelijk niveau thans (nog) onvoldoende is? Antwoord vraag 3: In het Actieplan polarisatie en radicalisering staan een groot
aantal activiteiten die al in Amersfoort plaatsvinden, echter niet onder de
noemer ‘tegengaan polarisatie en radicalisering’, maar als onderdeel van ons
reguliere beleid. Dan denken wij bijvoorbeeld
aan ons integratiebeleid “Bouwen aan Binding”, waarin integratie en het
bevorderen van binding Door contact te onderhouden
met een aantal sleutelfiguren in de stad (besturen moskeeën en andere kerken,
wijkmanagers en professionals (de ogen en oren in de stad) nemen wij regelmatig
de ‘temperatuur’ op om zo tijdig de ontwikkelingen te kunnen signaleren. Veel Amersfoortse
activiteiten sluiten, als onderdeel van ons reguliere beleid, goed aan op het
Actieplan polarisatie en radicalisering. Daarnaast is er reguliere
infomatie-uitwisseling tussen de districtschef en het hoofd van de regionale
inlichtingendienst, waarbij signalen van polarisatie en radicalisering, strak
worden gemonitored. Ook verwijzen we hier,
volledigheidshalve, op de nationale, landelijke inzet op het gebied van
bestrijding van terrorisme. Inlichtingendiensten als de AIVD (Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) en de MIVD (Militaire Inlichtingen en
Veiligheidsdienst ) verzamelen informatie, op basis waarvan de de NCTb (Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding ) dreigingsanalyses uitvoert. Organisaties
als politie, IND, Koninklijke Marechaussee, Douane en diverse ministeries zijn
hier ook nauw bij betrokken. Vraag 4: Deelt het college de visie van de BPA dat door actief in te
haken op het nationale actieplan zich kansen aandienen samen met het rijk en lokale
organisaties, instellingen en burgers tot een effectieve aanpak van lokale radicalisering en
onverdraagzaamheid te komen? Antwoord vraag 4: Ja, zie ook bij antwoord 3. Daarbij willen wij ons
vooral richten op het tegengaan van isolement, polarisatie en radicalisering
door het voorkomen van uitsluiting van mensen. Integratie door scholing en werk
zijn naar onze mening belangrijke voorwaarden voor duurzame participatie in en
binding aan onze samenleving. We moeten ons daarbij
realiseren dat insluiting en het bevorderen van binding aan de Nederlandse
samenleving een wederzijds proces is, dat eisen stelt aan iedereen in onze
samenleving. Je open stellen voor de ander, het tonen van betrokkenheid, een basishouding van
tolerantie, respect, wederzijdse acceptatie en bereidheid tot dialoog zijn
voorwaarden om wederkerigheid en samen‘leven’ te realiseren. Vraag 5: Is het college bereid
met aanvullende gemeentelijke maatregelen te komen, gericht op het indammen van polariserend en radicaliserend gedrag dat onze
vreedzame lokale samenleving ondermijnt en een bedreiging vormt voor onze democratische
rechtsstaat? Antwoord vraag 5: Wij zullen onze eigen
activiteiten naast het Actieplan leggen en nagaan waar nog leemtes, c.q.
aanvullingen nodig zijn voor een samenhangende aanpak. Dat nemen we op in het
Veiligheidsprogramma 2008. Vraag 6: Zo ja kunt u aangeven
aan welke lokale acties u denkt en op welke termijn deze uitvoerbaar zijn? Antwoord vraag 6: Zie bij antwoord vraag 5.
Bovendien kunt u (en andere raadsleden), op niet al te lange termijn, een
uitnodiging verwachten voor een informatieve bijeenkomst over de islam, het
salafisme en radicalisering. | ||||||||||