BPA

 SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2006

 

 

Nummer:                                                                               (In te vullen door de raadsgriffie)

 

 

Datum:  22 november 2008.

 

 

Aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Steller vragen: BPA

 

Aan: B&W der Gemeente Amersfoort, t.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                

                                                                                               

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het College van B&W stellen.

 

Onderwerp:  Wetsovertreding in de geest van die tijd

 

Door middel van een ingezonden brief aan De Stad Amersfoort, op donderdag 20 november geplaatst op de website van deze krant,

( zie: www.stadamersfoort.nl/page/Lokaal/Regionaal/Opinie/Inzet-voor-de-stad.287924.news ) heeft de gemeentesecretaris/algemeen directeur van onze stad, de heer Huitink, gepoogd om de wetsovertredingen van de heer Ashouwer, in april 2006 begaan in samenhang met een Wvg-besluit van het College, te relativeren.

 

 

De heer Huitink schrijft onder meer dat het voortijdig openbaar maken van een geheim collegebesluit in de richting van belanghebbende partijen in de geest van die tijd, zijn tijd was.

 

Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende aanvullende vragen.

 

  1. Onderschrijft het College de mening van zijn secretaris dat de actie van de heer Ashouwer – feitelijk een wetsovertreding met grote financiële gevolgen – paste in de geest van die tijd?
  2. Indien ja, onderschrijft het College de constatering dat iets alleen als ‘in de geest van die tijd’ kan worden aangemerkt, indien dergelijke overtredingen met enige regelmaat plaatsvonden?
  3. Kan het College, ter onderbouwing van ‘in de geest van die tijd’ voorbeelden opsommen van soortgelijke handelingen van ambtenaren, waarbij wettelijke regels werden overtreden?
  4. Indien het College de gemeentesecretaris in zijn mening over ‘de geest van de tijd’ ondersteunt, kan het dan aanduiden in hoeverre het College op de hoogte was van deze usance binnen zijn ambtelijk apparaat?
  5. Indien het College, ten minste tot april 2006, op de hoogte was van de door de secretaris omschreven geest der tijd, zijnde de nauwe relatie tussen zijn ambtenaren en private partijen en van het voor de hand liggende risico dat dit kon leiden tot een situatie zoals die zich heeft voorgedaan rondom het WVG -besluit voor Vathorst-West, welke maatregelen heeft het College dan genomen om mogelijke negatieve gevolgen voor de gemeente ten gevolge van een te sterke binding tussen ambtenaren en private partijen te voorkomen?

 

 

 

  1. Indien het College de mening van de secretaris dat het optreden van de heer Ashouwer paste in de geest van die tijd niét onderschrijft, mag dan worden gesproken van een eenmalig incident?
  2. Is het College het met vragenstellers eens dat, indien het begrip ‘geest van die tijd’ geen opgeld doet en bij de wetsovertreding in april 2006 sprake is van een incident – met ernstige gevolgen voor onze gemeente –, er voor het College actief optreden – meer dan alleen het laten verrichten van een onderzoek – op zijn plaats was geweest?
  3. Kan het College de door velen geuite veronderstelling bevestigen dat de overplaatsing van de heer Ashouwer van de afdeling SOB naar de afdeling WSO en zijn uiteindelijke afscheid uit de gemeentelijke dienst, het rechtstreekse gevolg was van zijn rol in het evaluatierapport over de grondtransacties in Vathorst-West?
  4. Indien het college afstand neemt van de uitspraken van de gemeentesecretaris/Algemeen Directeur, die kennelijk meer weet van de 'tijdgeest' dan uw college, welke consequenties heeft dat dan voor het functioneren van de gemeentesecretaris.

 

Namens de fractie van de Burger Partij Amersfoort (BPA)

 

Raphaël Smit, Gerard van Vliet