brief basis

BPA. 23 februari 2006

Vathorstbewoners ‘helemaal niet blij’ met coffeeshop

Anders dan de gemeente in haar voorlichting schrijft, accepteren de bewoners de aanwezigheid van de coffeeshop in het winkelcentrum van Vathorst niet. Dat blijkt uit een enquête die de Burger Partij Amersfoort (BPA) onder winkelend publiek bij C 1000 hield. De BPA noemt basis van het onderzoek en de respons de uitkomsten ‘redelijk representatief’ voor de opvattingen van de Vathorst bewoners.

Een overgrote meerderheid van de deelnemers aan de enquête (90%) vindt dat voor een coffeeshop in Vathorst geen plaats. Slecht 2% is het met de coffeeshop eens. Over de vraag of de coffeeshop een bedreiging van de veiligheid is, zijn de meningen van de Vathorsters sterk verdeeld. Ruim de helft van de respondenten vindt dat de veiligheid in Vathorst na de komst van coffeeshop de Schommel aan de Bergenboulevard gelijk is gebleven, iets meer dan een kwart spreekt over verminderde veiligheid in de wijk. Tachtig procent van respondenten geeft aan niet te hebben gemerkt dat er rond de coffeeshop dingen gebeuren die het daglicht in de wijk niet kunnen verdragen. De 20% die zegt wel nare dingen te hebben ervaren spreken over zaken als : lastig gevallen door blowende jongeren bij het pinnen, overlast van blowende jongeren naast de woning, en ‘duistere figuren die 0s avonds in de wijk rondstruinen’.

Ook wordt de aanwezigheid van de coffeeshop door enkelen in verband met vandalisme en criminaliteit gebracht. Tot slot stelde de Burger Partij Amersfoort (BPA) het publiek een vraag over het democratisch gehalte van de genomen beslissing om in Vathorst een coffeeshop toe te staan. Deze is gebaseerd op een door de gemeenteraad aangenomen kader over coffeeshopbeleid in Amersfoort en uitgevoerd door het college, dat uit de coalitiepartijen VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie en CDA bestaat.

Zestig procent van de respondenten spreekt over een niet democratisch genomen besluit, 27% heeft geen mening en 12% vindt dat er uit democratisch oogpunt niets schort aan de genomen coffeeshopmaatregel.

Noot:

De Burger Partij Amersfoort (BPA) heeft vanaf het begin zich sterk verzet tegen de komst van de coffeeshop in Vathorst. De BPA vindt dat coffeeshops niet in woonwijken en winkelcentra thuishoren. Zeer recent onderzoek van de VU Amsterdam heeft uitgewezen dat er wel degelijk een verband is tussen roken van joints op jongere leeftijd en gebruik van harddrugs bij ouder worden. De kans op verslaving aan harddrugs bij de onderzochte doelgroep (het ging om tweelingen) was twee tot vijf keer zo groot dan bij niet cannabisgebruikers. Het Amersfoortse softdrugsbeleid is juist gebaseerd op de veronderstelling dat die relatie er niet is. De gemeente Rotterdam maakte enkele weken geleden nieuw beleid bekend dat coffeeshops uit de omgeving van winkelcentra en scholen weert.


	BPA BPA. 23 februari 2006 Vathorstbewoners ‘helemaal niet blij’ met coffeeshop Anders dan de gemeente in haar voorlichting schrijft, accepteren de bewoners de aanwezigheid van de coffeeshop in het winkelcentrum van Vathorst niet. Dat blijkt uit een enquête die de Burger Partij Amersfoort (BPA) onder winkelend publiek bij C 1000 hield. De BPA noemt basis van het onderzoek en de respons de uitkomsten ‘redelijk representatief’ voor de opvattingen van de Vathorst bewoners. Een overgrote meerderheid van de deelnemers aan de enquête (90%) vindt dat voor een coffeeshop in Vathorst geen plaats. Slecht 2% is het met de coffeeshop eens. Over de vraag of de coffeeshop een bedreiging van de veiligheid is, zijn de meningen van de Vathorsters sterk verdeeld. Ruim de helft van de respondenten vindt dat de veiligheid in Vathorst na de komst van coffeeshop de Schommel aan de Bergenboulevard gelijk is gebleven, iets meer dan een kwart spreekt over verminderde veiligheid in de wijk. Tachtig procent van respondenten geeft aan niet te hebben gemerkt dat er rond de coffeeshop dingen gebeuren die het daglicht in de wijk niet kunnen verdragen. De 20% die zegt wel nare dingen te hebben ervaren spreken over zaken als : lastig gevallen door blowende jongeren bij het pinnen, overlast van blowende jongeren naast de woning, en ‘duistere figuren die 0s avonds in de wijk rondstruinen’. Ook wordt de aanwezigheid van de coffeeshop door enkelen in verband met vandalisme en criminaliteit gebracht. Tot slot stelde de Burger Partij Amersfoort (BPA) het publiek een vraag over het democratisch gehalte van de genomen beslissing om in Vathorst een coffeeshop toe te staan. Deze is gebaseerd op een door de gemeenteraad aangenomen kader over coffeeshopbeleid in Amersfoort en uitgevoerd door het college, dat uit de coalitiepartijen VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie en CDA bestaat. Zestig procent van de respondenten spreekt over een niet democratisch genomen besluit, 27% heeft geen mening en 12% vindt dat er uit democratisch oogpunt niets schort aan de genomen coffeeshopmaatregel. Noot: De Burger Partij Amersfoort (BPA) heeft vanaf het begin zich sterk verzet tegen de komst van de coffeeshop in Vathorst. De BPA vindt dat coffeeshops niet in woonwijken en winkelcentra thuishoren. Zeer recent onderzoek van de VU Amsterdam heeft uitgewezen dat er wel degelijk een verband is tussen roken van joints op jongere leeftijd en gebruik van harddrugs bij ouder worden. De kans op verslaving aan harddrugs bij de onderzochte doelgroep (het ging om tweelingen) was twee tot vijf keer zo groot dan bij niet cannabisgebruikers. Het Amersfoortse softdrugsbeleid is juist gebaseerd op de veronderstelling dat die relatie er niet is. De gemeente Rotterdam maakte enkele weken geleden nieuw beleid bekend dat coffeeshops uit de omgeving van winkelcentra en scholen weert.